AAP!
Door: Free Willie
Blijf op de hoogte en volg Free Willie
04 Maart 2012 | Maleisië, Sepilok
Nu dus in Borneo, heb hier altijd al eens naar toe gewild, apart om er nu dan echt te zijn en te ervaren of mijn ideeën die ik had kloppen met mijn werkelijkheid.
De Filippijnen liggen nu dus achter ons. Bij vertrek was het voor mij nog even spannend, want ik was langer in het land gebleven dan dat mijn visum het toeliet. Ik was dus eigenlijk op dat moment illegaal in het land. Je riskeert volgens mij alleen maar een boete en je betaalt natuurlijk de normale kosten van het visum. Toch had ik geen zin om een aantekening in mijn paspoort te krijgen dus ik hoopte op het beste. Mijn geluk was dat er voor mij een enorme rij Koreanen aan het klungelen waren. Echt op zijn Aziatisch; hoop lawaai en gestuntel. De man van de douane werd er ook helemaal kriegel van en opende snel een nieuwe poort. Hij was zo geagiteerd dat hij nog wel mijn pas door de scanner haalde maar niet meer naar de stempels keek. Met een norse blik ramde hij de benodigde stempels in mijn paspoort en ik griste blij mijn paspoort van de balie, haha.
We vlogen op Kota Kinabalu, ‘KK’, zoals iedereen het hier noemt in de Sabah streek in het Maleisische deel van Borneo. Nou hier is het ook warm hoor :0) Met de bus de stad in en al in de bus kregen we een tip voor een goed hostel van een ‘expat’ (die lopen hier dus ook weer rond). Nou van die tip kwam weinig terecht, toch bracht het ons wel ergens want het gebouw er naast kon ons voor een redelijke stadsprijs wel herbergen. Eten doe je daar vooral op de nacht markt. Het is eigenlijk een avondmarkt, maar vanwege de donkere uren zal het wel de term nacht hebben gekregen. Vis op de bbq en grote wokken met enorme bunsenbranders eronder vuurt de nasi goreng in een paar minuten klaar. Kost echt niets. Voor anderhalve euro eet je beide je buikje rond. Als toetje haal je nog even een paar gebakken bananen.
Een kleine tien minuten varen vanuit de stad kom je uit op een paar kleine eilandjes. Op twee ervan mag je kamperen, ook al is er geen camping. Dat leek ons wel wat, maar we hadden geen kampeerspullen. De vele winkels langs om op zoek te gaan naar hangmatten. Dat valt hier nog niet mee want de meesten spreken hier geen Engels en dan is het lastig uitleggen wat je precies bedoelt. Maar met een tekening van een hangmat tussen twee bomen kom je er ook wel. Een pannetje gekocht voor de thee en soep en ons kampeeravontuur kon bijna beginnen. Er was niet al te best weer voorspeld dus snel nog even een zeil gekocht. Nou ja snel, dat is toch iets minder makkelijk uit te beelden of te tekenen. Ook die vonden we op het laatst en met een tas vol etenswaren en koude drankjes namen we de boot naar het eiland.
Was dat even een teleurstelling. We hadden iets rustigs verwacht, het bleek een behoorlijk populair eiland te zijn onder de lokalen. Grote tenten stonden opgesteld met grote gevulde schalen voor het buffet. Er waren zelfs een paar huisjes waar rangers de nacht doorbrengen. Het eiland zouden we dus helaas ook in de nacht niet voor ons alleen hebben. We vulden de dag o.a. met het sprokkelen van hout. Dat viel nog niet mee, gelukkig zagen we achter het huisje de resten van een houten bank liggen, dus die kon mooi als brandhout dienen. Snorkelen ging niet echt want kleine kwalletjes vonden het nodig om massaal voor de kust te gaan drijven en daar te sterven. Miljarden van die dingen in het water. Het laatste wat ze volgens mij doen is nog even lekker steken voor ze de pijp uit gaan.
Om een uurtje of twee gingen de dagjesmensen ervandoor. Twee uur later hadden we minus een paar rangers het eiland voor ons alleen. Kampvuur aan en de bank brandde prima. Die kon ons de hele avond nog wel warm houden. De regen kwam gelukkig ook niet, zodat we niet een zeil boven de hangmat hoefden te spannen. We hadden nog een fles rum meegenomen uit de Filippijnen. Als mensen nog ergens goedkoop willen drinken dan is daar de plek. Voor iets meer dan een euro koop je een fles rum. Het was eigenlijk meer voor de grap maar een paar uur later liep ik te waggelen over het verlaten strand. Dat ik nog steeds in staat was om het kampvuur in goede banen te leiden, is voor mij nu nog steeds een wonder.
De volgende dag best fris wakker geworden en de resten van het kampvuur begraven. Aan de andere kant van het eiland kon je zonder de kwallen wel snorkelen. Om er te komen moest je een steile helling over. Werden we ineens verrast door een paar mega leguanen die ineens voor onze neus stonden. Schrik je toch wel even om zo’n exemplaar van anderhalve meter voor je te zien opdoemen.
Een lange rit bracht ons naar de oostkust. Sandakan was de plaats waar we onze tassen in de hoek gooiden. Je schrikt je tijdens de lange busrit wel een hoedje hoor. Het is één en al oliepalmplantages. Honderden kilometers lang aan één stuk zie je niets anders. Raar om te bedenken dat dit nog niet zo lang geleden één grote jungle was. Tja, wij hebben die olie schijnbaar nodig in onze supermarktproducten.
We vonden tijdens een stadswandeling een Engels theehuis. Ze hadden ook een restaurant met bijzonder goed eten. In de fraaie tuin aten we ons proppie vol met echt lekker eten en speelden we een potje croquet. Mooi spelletje trouwens en het lijkt duf maar het is juist zeer competitief. Al met al zo goed bevallen dat we later nog een keer zijn terug gekomen.
De reden dat we in Sandakan waren was om dichtbij Sepilok te zijn. Daar is een opvanghuis voor orang-oetangs en ze worden daar klaar gestoomd voor het echte wilde leven. Je kunt daar het voederen zien op een voederplatform. Het kostte nogal veel moeite om er met het openbaar vervoer te komen. De bussen stoppen en stoppen maar om eventuele passagiers mee te nemen. Dat de mensen een hele andere kant op kijken en totaal geen intentie lijken te hebben om mee te willen gaan maakt voor de chauffeur niet uit, hij stopt toch wel. Tja, dan schiet zo’n rit natuurlijk niet op. De laatste drie kilometer zouden we een taxi moeten nemen, maar deze waren al foetsie omdat aan de late kant waren. Uiteindelijk vonden we er eentje, maar die rook bloed en vroeg een belachelijk hoge prijs, daar hebben we vriendelijk bedankt. Liftend kwamen we er gelukkig ook wel.
Snel twee kaartjes gekocht en via een verhoogd houten wandelpad kom je uit bij het platform waar ze worden gevoed. We hadden geluk want terwijl de mensen zaten te wachten liepen wij regelrecht op een orang-oetang af die het pad ook gebruikte om er naar toe te gaan. Zodoende konden we hem dus van zeer dichtbij bekijken. De meeste orang-oetangs die worden opgevangen worden eerst een paar jaar in verblijven opgesloten, daarna mogen ze naar kleine speelweides en pas daarna worden ze losgelaten dicht bij de voederplatforms. In de avond gaan ze dan weer terug richting hun kooi. De bedoeling is dat ze uiteindelijk ook ’s nachts in de jungle blijven en dat ze weer een paar jaar later echt ergens anders weer vrij worden gelaten. Het gebeurt schijnbaar ook dat ze zelf dieper de jungle intrekken en niet meer terugkomen. Als dat gebeurt is dat natuurlijk het mooiste. Wij zien ze dus in de twee laatste stadia. Het is dus niet echt wild, maar ook niet echt tam. Wel is het de ideale mogelijkheid om ze van zo dichtbij te zien. Je mag een uur bij het platform blijven waarna ze weer de rust krijgen die ze verdienen. We zagen een mannetje, een moeder met een kleine baby en nog een puber. Vooral die laatste was erg grappig. Makaken kwamen langs om ook een graantje mee te pikken van zo’n gratis maaltijd. Ze houden zich toch wel een beetje op de achtergrond, want ze zijn overduidelijk de onderliggende partij als het op kracht aankomt. Het woord orang-oetang betekent man van de jungle en als je ze zo bezig ziet dan begrijp je ook wel waarom.
Dit allemaal deden we op de verjaardag van Marylou. 24 jaar! Met een orang-oetang knuffel kon de dag worden afgesloten. Het was een bijzondere dag!
Wachtend op de volgende voederronde in de avond keken we naar een leuke voorlichtingsfilm over hoe het er hier allemaal aan toe gaat en vooral de beelden van de hokken waar je als gewone toeschouwer dus niet mag komen waren zeer vertederend.(lees: een kruiwagen vol orang-oetang baby’s!) We liepen ook nog even naar het ‘rainforest discovery centre’, daar was het eigenlijk veel te warm voor, dus nadat we de ‘canopy walk’ gedaan hadden vonden we het wel best en doken we het museumpje in en dus in de airco verkoeling. Later wachtend op de bus kwamen de ‘hornbills’ zoals alleen zij kunnen, gracieus overvliegen.
Enthousiast van de orang-oetangs wilden we ook graag de neusapen zien. Deze komen alleen maar in Borneo voor terwijl de orang-oetang ook nog in Sumatra te zien is. De neusaap kun je het beste zien, raar maar waar op een oliepalmplantage. De eigenaar heeft een deel van het oorspronkelijke bos behouden en door ze bij te voederen kunnen ze in grote getale overleven. Misschien doet hij het omdat hij toch nog een beetje natuurbewust is geworden, misschien ook wel om extra geld te verdienen door de toeristen te lokken. Ik weet het niet, hoe dan ook, de neusaap vaart er wel bij en wij kunnen ze goed bekijken. De neusaap wordt ook wel ‘Hollandse aap’ genoemd. Deze bijnaam dankt hij aan de grote van zijn neus maar vooral vanwege de rode kleur. De eerste Nederlandse zeelieden hielden nog wel van een slokje en de lokalen zagen dus een behoorlijke gelijkenis in de drankneus en die van de aap. Op verschillende tijden wordt er op twee verschillende platforms gevoed. Ze krijgen suikervrije pannenkoeken en tijdens de droge maanden extra veel komkommer om hun vocht aan te vullen. Bij één platform lopen ‘silver leaf monkeys’ rond. Die zien er erg grappig uit. Hun baby’s hebben een compleet oranje vacht. Als je dicht bij komt dan kijken ze je zo apart aan. Ze zijn niet zoals de makaak erg brutaal, zij laten de mens gewoon met rust en ze doen hun eigen ding. Bijzonder om te zien.
Er zijn in totaal zes groepen die om en nabij de platforms blijven hangen. Wij bleven hier overnachten en mochten dus ook tussen de voedertijden bij de platforms blijven. Zo mooi om hun sociale leven te zien. De jonkies hebben nog helemaal een blauw gezicht. Een groep bestaat uit één dominant mannetje en de rest van de groep zijn dames of jonkies. Het mannetje is de gehele dag druk bezig met het controleren van zijn macht, eten en wippen totdat hij sterretjes ziet. Als je hem zo bezig ziet dan zie je meteen dat wij echt familie van hem zijn. Haha. Het dominante mannetje herken je sowieso aan zijn sterke lichaamsbouw maar ook vanwege zijn megalul. Een kleine rode ‘wortel’ met daaronder zwarte ballen steekt fier omhoog en dat de gehele dag!
In één groep leefden alle vrijgezellen. Om de paar minuten lieten ze zien welke rangorde er heerste. Met grote passen en al slaand op de grond rennen ze over de platforms. Één keer stond ik een beetje in de weg en al rennende greep hij mij even. Dat was mooi :0)
Het lijkt misschien lang maar we hebben op die twee verschillende platforms wel meer dan vijf uur gekeken en de tijd vloog om. Waar de ‘silverleaf’ monkeys niet waren daar waren de makaken. Toch een stuk kleiner dan de neusaap. Toch als zij komen dan is er grote paniek onder de neusapen. Ze stuiven alle kanten op en de makaak vreet wat er nog ligt tevreden op.
Als je zo rond kijkt dan heb je het eerst nog niet door maar de neusapen zitten echt overal in de bomen. Bij elk platform drie groepen en elke groep telt wel meer dan dertig leden. Het wordt pas echt spektakel als zij springend van de ene boom naar de andere gaan. Het ziet er zo sierlijk en makkelijk uit. Daarbij vergeleken zijn wij toch best wel echte klungels.
Na twee dagen van genietend rondkijken was het tijd om verder te gaan.
De orang-oetangs en de neusaap hadden we nu dus genoeg in het semiwild gezien. Nu wilden we zo ook graag zien in de echte jungle. De Kinabatangan rivier is dan ‘the place to be’, maar om er te komen viel nog niet mee. Er gaat elke dag maar één busje rechtstreeks die kant op. Na lang wachten kwam de chauffeur eindelijk opdagen. Vroeg hij toch ineens een belachelijke prijs. Leek er niet op. Jammer dat hier nu weer een hoop gezeur is en dat ze graag toeristen willen afzetten. Terwijl toch duidelijk in hun Koran staat dat je eerlijk moet zijn. Hem dus maar vriendelijk bedankt en de lokale bus maar gepakt. Na vele keren overstappen zagen we eindelijk de rivier. Dat we inmiddels net zo veel moesten betalen dan bij die eikel van eerder, dat deerde ons niet. Soms moet je een beetje eigenwijs zijn en op je strepen gaan staan.
Wederom was het één en al oliepalmplantage dat we zagen. Langs de rivier is nog een kleine strook jungle over. Op sommige plekken tien kilometer breed op andere plekken zo smal dat je er gewoon doorheen kunt kijken. Dan klinkt tien kilometer nog best wel groot maar als je dit vergelijkt met honderden kilometers die weg zijn gekapt dan is het dus eigenlijk bijna totaal verdwenen. De rivier kleurt na elke kleine regenbui meteen donkerbruin omdat de plantages het zand niet kunnen vasthouden. De bootsman waar wij later mee gingen vertelde wel dat hij van vroeger nog kon herinneren dat je elke dag orang-oetangs en olifanten kon zien. Nu is het een beetje uitzonderlijk geworden om ze te spotten.
We deden daar twee boottripjes. We begonnen met een avondtourtje en we hadden meteen geluk. Neusapen van dichtbij, ‘longtale’ en de grappige ‘pigtale’ makaak deden rare capriolen en vanaf een afstandje zagen we twee orang-oetangs hun avondnest bouwen. Langs de kant liggen hand gevlochten rieten vallen in het water. Met een stukje kokos lokken ze garnalen en vissen in de val en na een dagje van wachten komt de visserman ze ophalen. Wederom vlogen hornbills overal, alsmede verschillende soorten ijsvogels en hoog in de lucht keken zeearenden op ons neer in het troebele water op zoek naar een maal.
Het waren mooie dagen.
Nu verder Sabah verkennen. We gaan nu iets verder naar het zuiden.
Tot zover,
Voor foto’s en vooral heel veel aap. Check de link: https://picasaweb.google.com/111499209145498123229/AAP#
Groetjes,
Wilfred
-
03 Maart 2012 - 12:28
Annet:
1 -
03 Maart 2012 - 13:07
Wilma:
broertje van Bokito nog gezien? -
03 Maart 2012 - 16:33
Roelf-Jan:
ChillFred,
Goed verhaal! Lekker kort haha.
Reiskriebels alom onder de leden.
Enjoy, regards,
Roelf-Jan -
03 Maart 2012 - 18:48
Marieke:
Gaaf, gaaf, jaloers!! -
04 Maart 2012 - 03:15
Annet:
Eindelijk alles weer helemaal gelezen en gezien. Super weer:)! Xx -
15 Maart 2012 - 21:55
LB:
Is weer 'ns wat anders dan Burgers Zoo... -
19 Maart 2012 - 12:03
Sarah:
Geweldige foto's!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley