Dagje niets te doen. Fantastische dag! - Reisverslag uit Biri, Filipijnen van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu Dagje niets te doen. Fantastische dag! - Reisverslag uit Biri, Filipijnen van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu

Dagje niets te doen. Fantastische dag!

Door: Free Willie

Blijf op de hoogte en volg Free Willie

15 Februari 2012 | Filipijnen, Biri

Hallo allemaal,

Ze zeggen altijd dat het ‘backpacken’ zwaar is en dat je je altijd dient aan te passen aan de cultuur en vooral het eten. Nou dan moet je hier naar de Filippijnen komen. We doen de laatste weken niets anders dan op het strand hangen. Het eten doen we in restaurants waar de biefstukken op hoog niveau voorbij komen zeilen en de mensen zijn hier zo behulpzaam en vriendelijk, heb dat in Azië nog niet zo meegemaakt.

Met het vliegtuig vlogen we naar het grote eiland Negros. Daar aangekomen in Dumaguete waanden we ons meteen in een andere wereld. Het lijkt wel dat elk eiland of streek weer net iets anders leeft. De tricycle’s zien er hier anders uit. Er zijn geen jeepney’s, wel rijden er hier normale bussen. De tricycle’s zijn echt megagoedkoop. Voor 35 cent brengt hij je door de hele stad.

De boulevard is daar bijna een kilometer lang en is bezaaid met verkoopstalletjes, verliefde stelletjes, oude schakers en jongelui met iPods. Genoeg eetstalletjes maar wij hadden ons meer een plekje bedacht in een gerenommeerd restaurant. Daar werd het lekkerste eten voorgeschoteld. Wat opviel was dat bijna elk tafeltje werd bezet door een mega oude kearl die natuurlijk weer werd vergezeld met een te jonge Filippijnse. Al de ‘expats’ rijden op een grote crossmotor, zal wel een beetje compensatie drang zijn denk ik. Het lijkt er op dat iedereen het ook wel prima vindt, dat de (oudere) westerse mensen hier een griet oppikken. Voor hun schijnbaar de kans op een ‘rijk’ leven en iedereen heeft er hier vrede mee, ook omdat de lokale man hier schijnbaar ook erg lui is en het werken aan de vrouw over laat, komen er nog een paar losse handjes bij, dan is het ook weer te begrijpen. Toch kijken wij er toch nog steeds een beetje vreemd tegenaan.

We namen de bus naar Sipalay. Het was een vier uur durende rit en die was echt prachtig. Alles was groen en bananenbomen losten de inmiddels groen geworden rijstplantages af. Door de kokosbomen zagen we de blauwe zee glinsteren. Denk dat ik gemaakt ben voor dit type landschap. Mensen lijken een radar te hebben om ons te spotten. Vanaf ver beginnen ze al te lachen en te zwaaien. Vanuit Sipalay konden we met een kort bootritje op ‘Sugar Beach’ komen. Ook al is het vanwege het Chinese Nieuwjaar nu hoogseizoen, toch vonden we een mooie bungalow. Het was vooral zo mooi omdat je bijna de gehele zijwand kon wegklappen zodat je vanuit je bed lekker naar de sterren kon kijken. Gemaakt voor vier personen, maar dus extra ruim voor ons tweeën, ha, ha.

Daar kregen we ons energie ook helemaal terug en eindelijk na zo’n drie weken van ons niet helemaal top voelden, waren we weer helemaal het mannetje.

’s Middags sprokkelden we hout op het strand en tijdens de donkere avonden maakten we een topvuurtje dichtbij het water. Marshmallows boven het vuur maakten het helemaal af.

Na vier dagen niets gedaan te hebben, behalve genieten werd het weer tijd om verder te gaan. Met de snelle boot ging het naar het eiland Siquijor. De golven waren ons net iets te hoog en de boot ging ook net iets te snel. Blij en groenig stapten we na een uur aan wal. Daar bleek bijna alles volgeboekt, dat was jammer. Natuurlijk vind je altijd wel wat en dat gebeurde dus ook weer. Zoals zo vaak was de eigenaar een westerse man en zijn vrouw runde de zaak. Het was daar best wel gezellig, want er schoof nog een dronkaard uit Schotland aan en nog oude krasse knar uit Engeland. Hij had in de oorlog in een duikboot gezeten en kon daar mooi over vertellen.’’Pfiiiieeuwt’’; de eigenaar had zijn vrouw nodig voor nog een nieuw pilsje dus dan fluit hij altijd naar binnen zonder ook daarna maar iets te zeggen. Kan natuurlijk handig zijn.

Daar met de brommer het hele eiland rondgereden, de mensen daar spreken niet echt Engels, dus de communicatie bleef bij het vele glimlachen. Langs de weg lag naast de gebruikelijke rijst ook nog het binnenste van de kokosnoot. Het ligt in de zon te drogen om na een tijdje naar de fabriek gebracht te worden om er kokosnootolie van te persen.

De winkeltjes zijn klein en ze verkopen eigenlijk weinig, toch heeft elke winkel een bord van ‘General merchandise’ op zijn gevel, dat vind ik dan wel weer grappig. De hanen zijn echt overal. Sommige mensen hebben wel zo’n dertig hanen op een klein grasveldje, elke haan heeft een klein driehoekig puntdakje als hok en natuurlijk zitten ze vast aan een kort touw. Lekker als je er naast slaapt. Een Duitse ‘expat’ verkocht vanuit zijn huisje echte Duitse leverworst. Beetje vreemde smaak en het deed ook een beetje vreemd aan doordat het in een raar potje zat, toch was dit wel weer lekker.

Bij de kleine winkeltjes koop je water uit een apparaat, je gooit er een paar cent in en dan hou je een klein boterham zakje aan de onderkant van de slang. Koud water is je aankoop!

Tijdens de rit zagen we een zuivelwinkeltje, deze verkochten echte melk. Nu hadden we de pech dat de winkel gesloten was. De volgende dag met de tricycle terug gegaan. Het bord beloofde yoghurt, kaas en ijs, maar ze hadden alleen maar verse melk. Nu had ik al bijna anderhalf jaar geen verse melk meer gehad dus ik was er super blij mee. Achteraf toch nog te weinig gekocht want de flesjes klokten we snel naar binnen.

Bij het donker worden wordt er maar één spel gespeeld en dat is basketball, ook al is het dorpje nog zo klein een paar veldjes hebben ze wel. We zagen twee teams bezig en ze vroegen of ik mee wilde doen. Had daar best wel zin in, maar op slippers kan ik het toch niet en op blote voeten en dan blaren daar ook geen behoefte aan. Kwam op zich wel goed uit want het niveau was me dan een potje hoog. Was echt gaaf om te zien. Er ging weinig fout en mooie punten konden ze maken. Het knapste vind ik dan toch wel dat ze met slippers nog sneller en explosiever zijn als wij met gympies.

We hadden plannen om weer naar het vaste land te gaan, zagen we ineens dat er een plekje vrij kwam op het resort waar wij graag wilden zijn. Nou die boot kon natuurlijk nog wel een dagje wachten. Bleek dat bij navraag de boot de volgende dag niet ging, zodat wij nog weer een bonusdagje hadden, ha, ha. Wederom mooie witte stranden, palmbomen en helder water. Maar wat nog het mooiste is, de mensen hier zijn zo ongelooflijk aardig en behulpzaam. Dat heb ik niet vaak meegemaakt. Als je mensen groet dan groeten ze heel vaak terug door beide wenkbrauwen op te trekken. Ziet er leuk uit, dit doen ze trouwens ook als ze ergens goedkeuring aan geven.

Snorkelen was hier ook echt anders, omdat er niet zo veel koraal was maar juist veel zeegras waren de vissen ook groenig. Vooral wanneer de zonnestralen het gras bereikten kreeg alles een hele mooie gloed. Sommige grassoorten leken op andijvie. We zagen krabben, een kreeft, vele oranjeachtige dynamische kwallen, een slang en heel veel verschillend gekleurde zee-egels. Als ze je prikken vervloek je ze, als dat niet gebeurt geven ze je een mooi schouwspel.

Marylou had de pech dat ze een voedselvergiftiging op liep. De eerste hulpdienst bezocht en na enkele testen werd besloten dat zij moest blijven. De testjes deden ze nog op zo’n ranzig zaaltje waar de bloedvlekken in de lakens zitten. Het wegen deden ze nog met een ouderwetse balans, dat was wel weer leuk om te zien. De eerste pillen die ze moest nemen waren niet voorradig in het ziekenhuis, zodat ik met een briefje op pillenjacht moest gaan. We kozen voor een privé kamer, wel zo verstandig want anders lig je wel heel opgepropt samen met velen op één kamer. Ikzelf lag op een bankje naast het bed, ook al was het hard, het lag eigenlijk best wel lekker. De dagen gevuld met tv kijken. De geboden zorg was best wel goed, ’s nachts kwamen ze elke drie kwartier kijken om alles te checken. Nadeel is dan wel dat je niet echt lekker kunt door pitt’n. Het meisje achter de balie had er minder moeite mee, want zij sliep lekker de dag vol. Alles erop en eraan: röntgenonderzoek, infuus, alles wat je maar kan bedenken richting het lab en waar ze helemaal gek op zijn is het bloeddruk meten. De broeders en zusters kwamen af en aan. Dat de broeders hier in dit land ook een beetje gay-achtig zijn vond ik wel weer schattig. Het was best wel moeilijk om de dokter te begrijpen. Want hij kwam ook niet zo vaak langs, ook zijn Engels was niet echt super. Toch heeft hij haar wel goed geholpen. Midden in de nacht werd ik wakker van twee katten die over de gangen aan het miauwen waren, ha, ha.

De dokter gaf ook ons nog het advies om op te passen met het eten. Ze moesten we uitkijken met het eten van schelpdieren en vis omdat er vanwege de laatste tyfoon nog veel lijken in het water dreven. Dat vond ik persoonlijk wel een beetje ver gaan, maar goed.


Na twee nachtjes was ML weer redelijk te passe en mochten we er met een zak vol pillen vandoor. Als afscheid gaven we een zak vol snoep aan het personeel, daar waren ze erg van onder de indruk, dat was mooi om te zien.

Met de jeepney richting Loboc (inmiddels op het eiland Bohol), deze jeepney’s stammen trouwens af van de oude legertrucks die de Amerikanen hebben achter gelaten na de Twee Wereldoorlog. Ze zijn daarna slim verbouwd tot megazitplaats.

In Loboc sliepen we middenin de jungle. De hutten zijn simpel maar functioneel. ’s Avonds speelden zoveel insecten in orkest dat het wel een symfonie leek. We stapten nog bijna op een slang, nadat we het restaurant verlieten.

In het opvangtehuis/fokcentrum namen we een kijkje naar de Tarsiers, deze 45 miljoen jaar levende primaat is niet groter dan je vuist, kan zijn hoofd bijna 180 graden draaien net zoals een uil en beweegt zijn oren afzonderlijk van elkaar. Het meest wat opvalt aan hem zijn zijn enorme grote ogen. Alles bij elkaar is het een lief klein mormel. Er leven acht vrouwtjes en twee mannetjes in het afgesloten gedeelte, elk jaar krijgen ze één keer een jong en na een paar maanden worden die weer uitgezet in het wild. Ze komen niet meer op veel plekken voor, zodat het wel bijzonder is om ze daar te kunnen zien.

In de Loboc jungle kom je ook om lekker niets te doen, overigens iets waar wij best wel goed in blijken te zijn. De rust wordt enkel verstoord doordat boten de Aziatische toerist de rivier over varen en waar houden ze van? Juist, karaoke. Met een klein live bandje brullen ze de één na de andere knuffelrock song mee. Hoe harder hoe beter en het hoeft niet helemaal zuiver te zijn. De boten gaan zo hard dat ze de natuur niet eens zien. Gelukkig is dat maar twee uurtjes op een dag zodat de rust van de jungle weer snel wederkeert. Toch werden we nog even door elkaar getrild door een aardbeving. Onze buren waren behoorlijk bang en wisten niet hoe snel ze uit hun hutje moesten komen. Wij geloofden het wel en wachtten rustig af. Die hutjes zijn toch zo licht daar kan weinig mee gebeuren mochten ze instorten. Was een erg lange beving. Net eens zo heel heftig hoor. Het centrum bleek in Negros te liggen. Het eiland waar wij een weekje eerder nog waren. Wel apart om later te horen dat er veel doden zijn gevallen en met name door de modderlawines nadien. De hele dag voelden wij de grond nog natrillen. Stiekem hoop je toch op heftige beving zonder gevolgen. Die bleef uit, misschien ook wel beter zo.

De avond sloten we af met een eigen gemaakte houtgestookte sauna. Niet super heet, maar wel lekker om dat zo midden in de jungle te doen.

Kregen we een dag later alsnog een enorme knal. Met de boot naar het eiland Leyte en daar bij het aanmeren had de kapitein er nog iets teveel zin in. Ook al had de boot nog maar iets teveel snelheid bij het aanmeren. We kwamen toch met een enorme knal tot stilstand. Marylou werd gelanceerd en banken braken uit hun vastgeroeste bouten. Apart om met zo’n kleine snelheid zo’n enorme knal te krijgen. Overigens was er geen lek :0)

In leyte viel het meteen al op dat het hier wel iets armer is dan op de andere eilanden waar wij geweest zijn. Met de Jeepney reden wij in de avondschemering door de dorpjes. Wat dan altijd opvalt is de vele vuurtjes die ze dan stoken. Overdag harken ze de bladeren en rotzooi bij elkaar. Wanneer de schemer invalt, steken ze het aan. De rook verdrijft de muggen en je bent ook nog eens heel handig van je rotzooi af.

In Padre Burgos zouden we hopelijk de hoofdreden gaan zien waarvoor ik naar de Filippijnen ben gegaan. De Walvishaai.

Het goede nieuws was dat ze al waren gesignaleerd. Het zijn migratievissen en een paar maanden per jaar zijn ze hier voor de kust om zich te goed te doen aan al het plankton en kleine vissen die voor hun enorme bek opdoemen. Met zeven te luidruchtige Russen op pad. Man, wat kunnen die lui schreeuwen zeg, als je heel goed kijkt dan hebben ze een normale conversatie maar het lijkt wel een ruzie. Hun uiterlijke vertoon helpt natuurlijk ook niet echt.

We hadden geen flauw idee wat we moesten verwachten en we zouden wel zien. Na een kleine twee uur varen kwamen we aan in een klein vissersdorpje. Daar kwam de plaatselijke oude Pastoor aan boord. Hij had vroeger ook nog op de walvishaai gejaagd en was daardoor zelf één keer bijna verdronken toen de walvishaai weer onderdook en hij verstrengeld zat in een touw van de harpoen. Nou goed, hij is er dus nog en heeft zijn levensstijl aangepast en leidt nu toeristen rond op zoek naar hen. Vier kleine vlotjes werden achter onze boot gemaakt en daar gingen we.

De spotters op de boot proberen de walvishaai te vinden en als ze er dan eentje hebben dan gaan de spotters in het bootje zich verspreiden. Met hun hoofd onder water (het leek wel een beetje op een watervogel die zijn kop onder water steekt) kijken ze dan naar welke richting de walvishaai zwemt. Dan draaien ze de boot de goede kant op. Je moet dan snel aan de goede kant van de boot gaan zitten. De bootsman roept; ‘’get ready?!’’ en wanneer hij bijna bij de boot is hoor je; ‘’Jump!’’. Tijd om na te denken is er niet. Je springt het water in. De eerste seconde moet je goed opletten dat je niet met je kop tegen de drijver aanknalt die naast de boten in het water liggen. Sprongen we echt letterlijk bovenop de walvishaai. Hij zat op ongeveer drie meter diepte maar we sprongen er echt op!. Dat ding was 11 meter lang. Echt onvoorstelbaar hoe groot en omdat we er zo dicht op zaten konden we hem uitstekend bekijken. Na een tiental seconden zwom hij rustig verder. Je kunt hem nog net bijhouden met je enorme flippers, maar na enkele minuten moet je opgeven van de vermoeidheid. Dat geeft ook niet want de spotters halen je weer op en je gaat weer de boot in. We zaten nog niet of de spotters hadden alweer een andere gezien. ‘’Get Ready?’’, ‘’Jump!!’’ In totaal sprongen we ongeveer tien keer het water in en zagen we vijf verschillende walvishaaien. De een na laatste keer was het mooiste. We sprongen erin en het was zo ondiep dat de walvishaai maar twee meter van ons af was. Als je zou willen kun je hem aanraken. Hij kwam ook nog eens recht op ons gezwommen en we keken recht in zijn enorme bek. Hele kleine kraaloogjes op de zijkant van zijn kop keken ons rustig aan, althans dat denk ik dan :0). Hij kan trouwens wel 30 ton wegen, enorm bakbeest. Ze zwemmen ook dicht langs de kust, had dat niet verwacht. Dit was echt zo super gaaf!!!

Met een te koude afgestelde airco naar het volgende eiland Samar gereden. Schitterende omgeving en alles was wederom groen. Daar wilden we eens van de drukke paden af en we namen een klein bootje naar de Biri eilandjes. Nou daar vonden we dus wel een hotel, maar er was voor de rest helemaal niets. In de avond vonden we gelukkig nog wel een stalletje waar ze sateetjes verkochten. Ook omdat het weer nu slecht was geworden, besloten we om meteen de volgende dag te verkassen. Was op zich wel jammer want de mensen waren weer zo ongelooflijk aardig. Op vele eilanden spreken ze je trouwens aan met ‘Joe’, komt nog uit de Amerikaanse tijd en dat moet je eigenlijk zien als ‘vriend’.

In de grote stad speelden we nog Bingo. De mensen zijn hier behoorlijk ‘in to the Bingo’. Ze spelen wel met negen kaarten tegelijkertijd en er gaat veel geld in om. Eerste snapten we nog niet wat de bedoeling was, wan elk spelletje speel je weer anders, maar het lukte aardig. Er staan jongens in de zaal die wanneer je ‘Bingo’ roept zij hard gaan fluiten met hun fluitje en het spel wordt dan meteen stil gelegd. Marylou deed het zelf zo goed dat hij bij ons kwam staan. Nog één nummertje en hij had de fluit al in zijn mond. ‘’Ffffjjjiieeutttt’’, aan de andere kant van de zaal een volle kaart. Balen natuurlijk en maar weer snel twee nieuwe kaarten gekocht, haha

Terug in Manilla aten we onze buik weer rond met al het lekkers wat hier is te krijgen. Valentijn is hier erg belangrijk en de mensen kopen (voor ons) erg kitsch rommel om hun geliefde te verrassen.

In de avond gingen we naar hotel Manila. Hier sliep o.a. Sammy Davis Junior en Michael Jackson. Nu snap ik wel waarom MJ zijn gezicht heeft laten verbouwen. Het leek daar wel een Freak show. Afgetakelde vrouwen met alles zo opgelift dat ze in een griezelfilm kunnen spelen. Ook veel ladyboys maar dan jongens die er niet eens als vrouw uitzien alleen maar de kleren dragen. Ziet er allemaal vermakelijk uit.

We kwamen daar voor de show ‘Fuerza Bruta’. Visuele show uit Argentinië met harde muziek. Het geheel was een beetje interactief en je moest steeds naar een ander gedeelte van de zaal lopen om het te kunnen zien. Vooral het gedeelte van de show waar vier dames in een doorkijkzwembad hun kunsten vertoonden was top.
Mocht je een idee willen krijgen: http://www.youtube.com/fuerzabrutaoficial

Na afloop was er een drankje en dan zie je een heel ander samenleving dan wanneer je door de kleine dorpjes rijdt. De jetset van Manila was nu wel vertegenwoordigd.

Later die avond liepen we een park in en daar was iedereen aanwezig om Valentijn te vieren. Eettentjes en mensen liggend op kleedjes genoten van verschillende bandjes. Leuk om zoveel vreugd bij elkaar te zien. Voor ons het einde van het Filippijns avontuur, kijk nu al met weemoed terug hoe oprecht aardig deze mensen hier zijn.

Nu zo naar het vliegveld, we gaan naar Borneo. Nu ben ik hier wel langer in dit land geweest dan mijn visum het toeliet. Ben benieuwd welke boete ik ga krijgen. We zullen het zien.

Tot zover,

Voor foto’s, check de link:

https://picasaweb.google.com/111499209145498123229/DagjeNietsTeDoenFantastischeDag#

groetjes,
Marylou en Free Willie

  • 15 Februari 2012 - 06:43

    Goldie:

    Nummero Uno :)

  • 15 Februari 2012 - 06:50

    Trouwe Lezer:

    zilver ook leuk !

  • 15 Februari 2012 - 08:59

    Wilma:

    ach heb al 'n schaatsmedaille van 'n leuke toertocht, dus brons is prima dit keer...

  • 15 Februari 2012 - 11:26

    Annet:

    Supermooi allemaal, geniet weer!! xx

  • 15 Februari 2012 - 12:03

    Tante Riet:

    de groetjes van mij doeiiiiiiiii

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Filipijnen, Biri

Mijn eerste reis

Mijn mailadres is: freewillieafrika@hotmail.com

Recente Reisverslagen:

28 Maart 2016

"I'm in a New York state of mind"

02 Maart 2016

Puzzelstuk

26 Januari 2016

Sunshine State

31 December 2015

Kerk in, kerk uit.

20 December 2015

Plan B
Free Willie

Mijn mailadres is: freewillieafrika@gmail.com

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 430
Totaal aantal bezoekers 479515

Voorgaande reizen:

08 November 2005 - 08 November 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: