Één grote harige oranje bos wol - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu Één grote harige oranje bos wol - Reisverslag uit Batavia, Indonesië van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu

Één grote harige oranje bos wol

Door: Free Willie

Blijf op de hoogte en volg Free Willie

23 September 2011 | Indonesië, Batavia

Hallo allemaal,

Nu ik dit zo schrijf zit ik Bukit Lawang, middenin de jungle. De nabij gelegen rivier klinkt als muziek in de oren en iets verderop zitten de Orang Oetangs op bezoek te wachten.

Ik had een plan bedacht om eerst snel even naar Sumatra te gaan i.v.m. de nog te bekijken Formule 1 race in Singapore. Je krijgt in Indonesië maar één visum van een maand bij binnenkomst en als ik nu eerst Sumatra doe, dan heb ik straks meer tijd om de rest van Indonesië te zien, helemaal als het lukt om in Singapore een visum voor twee maanden te krijgen.

Nou de plannen zijn er nog steeds, alleen de uitvoering is iets anders geworden. Ik zou met de bus van de oostkust van Maleisië naar de westkust gaan en dan de boot nemen naar het noorden van Sumatra. Niet dus! De Ramadan was ten einde Alahzijdank, dus eindelijk weer op normale tijden eten, ware het niet dat er een hele volksverhuizing op gang komt. Ze kriskrassen het hele land door om om het Suikerfeest samen te vieren. Gevolg is dus dat alle bussen echt propje vol zitten. Helaas is Maleisië hierin een net land en ze verkopen niet meer tickets dan aanwezige stoelen. De eerstvolgende lege plekken waren pas over vijf dagen. Dat plan kon dus in de prullenbak. Nu ging er nog een extra bus naar het zuiden. Vanaf daar zou er ook een boot gaan. Vliegensvlug de tickets geboekt en we moesten haast maken, want de bus zou over één minuut gaan. Wanhopige mensen trokken de tickets uit handen van die verkoopkerel. Wij rennen naar de bus. Bus dicht. Het was echt letterlijk rennen en stilstaan, want een uur later stonden we nog steeds voor een dichte deur. Nadat we eindelijk naar binnen mochten duurde het nog twee uur voordat de motor werd gestart. Kwam er onderweg nog een lekke band bij, die de chauffeur niet eens opmerkte, wat hem twee uur kostte om te verwisselen. Beetje klungel dus. Door dat geklooi kwamen we te laat in de ochtend aan om de boot te halen. Nou ja, ook geen ramp. Ben de stad een beetje doorgelopen. Op straat werd karaoke gebrald, ongegeneerd en zo vals als wat brullen ze door de microfoon. Dat de speakers volle bak open staan en gericht staan op de straat vinden ze alleen maar mooier. Kwam terecht in weer zo’n mega shoppingmall. Apart om te zien hoor, meiden in de kortste rokjes worden afgewisseld met meiden onder hoofddoekjes. Geef toch liever de voorkeur aan het eerste. Hoe dan ook, de Maleisiërs zijn zo aardig. Het komt regelmatig voor dat zo maar iemand stopt en je heel simpel hartelijk welkom in Maleisië heet. Simpel gebaar, maar wel bijzonder vind ik.

Met de boot Sumatra bereikt. Nu bleek dat er in Noord Sumatra een aardbeving was geweest. Dat was dus op de plek waar wij anders waren geweest als de eerste bus dus niet vol was geweest. Ach ja, soms moet je eens pech hebben om dan uiteindelijk weer geluk te hebben. Op de bagage moesten we nog even wachten. Ze laten namelijk een koffer zien, als dan iemand schreeuwt dat het zijn/haar koffer is dan wordt deze pas naar beneden gegleden. Gelukkig lag onze tas dicht bij de deur. Een visum hadden we eigenlijk zo, ook al moest er speciaal iemand gehaald worden. Door de douane ging wat moeizamer. We werden uitgenodigd om in een apart kamertje te gaan zitten en daar werden we ondervraagd door een zeer aardige kerel. Volgens mij wilde hij ook gewoon een normaal praatje maken. Toch wilde hij precies weten wat we bij ons hadden en ook wilde hij al onze medicijnen zien. Heb mijn medicijnen maar niet laten zien, kost teveel uitleg. Nu was er zo’n Europese mafkees in dezelfde ruimte als wij. Zo’n stereotiep mannetje dat voor de kleine jochies hier naar toe is geëmigreerd. Hij toch een potje stom lullen man, wij wilden het zo snel mogelijk afhandelen en weg wezen, doordat hij er bij zat, zaten wij er ook wel een half uur. Uiteindelijk vertrokken en bij het naar buiten gaan begon het aapjes kijken al snel, alleen waren wij nu de aapjes. ‘’Hello Mister!! Where are you from?’’ hoor je de hele tijd en er staat zo een mannetje of tien om je heen. Ze zijn nieuwsgierig maar wel met een goede intentie.

Een bussie geregeld en die zou ons in een uurtje of tien naar onze plek brengen. Nou daar kwamen helaas nog genoeg uurtjes bij. Ziet de chauffeur een paar mensen langs de kant van de weg staan dan remt hij meteen en hoopt op weer een paar extra passagiers. Wel of geen extra passagiers, maakt niet uit, de vaart is er al uit. De vaart komt er in ieder geval niet in want met die kuilen en grote gaten in de wegen, is het rijden alsof Krekel nog nooit langs is geweest.

Onderweg zagen we vele ‘jaknikkers’ die olie naar boven knikken. Dat hebben ze hier dus ook. Landschap wordt er dan niet beter op hoor. Om twee uur ‘s nachts werd ons duidelijk gemaakt dat het bussie niet verder zou gaan. Van de nood maar een deugd gemaakt en een lekker sateetje gehaald bij de plaatselijke kraam. Uit het niets ging er weer een andere bus verder. Geen flauw idee hoe ver we nog moesten, maar om vier uur midden in de nacht werden we aan kant van weg afgezet. Op zoek naar een plekje om te slapen. Alles was natuurlijk in diepe ruste, mijn reisgenote wilde al letterlijk bij de pakken gaan neerzitten en wachten totdat het licht zou worden. Daar had ik dus even geen zin in en zoals een bus hier nooit vol is, zo is er altijd ergens plek om te pitten. Dat was dus ook het geval. Bij een homestay werd iemand wakker van mijn gedrentel. Daar een plekje gekregen. Zeer simpel allemaal, maar daar kon ik niet echt om malen. We lagen nog niet of het ochtendgebed van half vijf schalde door ons kamertje. Haha.

Momenteel reist er een meisje uit Australië met me mee. Ze is wel aardig, maar toch niet echt de ideale reisgenote voor mij. Iets teveel verschillend denk ik, ook al is het samen reizen natuurlijk wel leuker en makkelijker. Heb trouwens nog een extra metgezel mee, maar met deze ben ik niet zo blij. Was al een paar weken niet helemaal tip top. Kon er eerst niet achter komen waar het eventueel aan kon liggen. Nu begon mijn voet toch weleens heel erg te jeuken. Dokter Zweers via de mail geraadpleegd en meteen kon ze me al verder helpen. Wat ik al vermoede was waarheid. Ik heb een worm in mijn voet. Met een handjevol pillen is hij zo vertrokken. Dus ik hier naar de ‘apothek’, nou mooi niet dat ze mij zo’n potje konden geven. Ben er bij zo’n tien geweest. Allemaal snapten ze er geen bal van. Zelfs nog bij een dokter geweest, maar verder dan een stripje pillen voor herstel na een chemo kon ze mij niet geven. Eerst die maar dankbaar/radeloos gaan slikken totdat ik op het internet de eigenlijke werking vond. Daar dus maar mee gestopt. Conclusie van het hele verhaal. Weet wat me mankeert, maar kan er nog weinig aan doen. Nu is het een worm die normaal gesproken alleen in een hond of kat leeft dus volgens mij moet hij vanzelf een keer de benen nemen of dood gaan. Vooralsnog jeukt hij als de tyfus en huppelt deze freeloader nog vrolijk met me mee. Hopelijk kan ik snel in Singapore wel een normale apotheek vinden zodat die ongewenste gast kan opzouten.

In Danau Maninjau, waar we dus verbleven zeer weinig gedaan. De homestay was simpel, maar de gastvrouw was aardig en ze kookte goed. De mensen houden zich daar bezig met de visvangst. Nou ja vangst? Ze hebben allemaal voor de deur een paar drijvende pontons waar genoeg vis in zwemt. Ze hoeven alleen maar een beetje voer erin te gooien en in de nacht een beetje opletten dat de boel niet gejat wordt. Dat was ook de reden dat de eigenaar mij dus middenin de nacht ook zo fit verwelkomde. Omdat de mensen meer om vis geven dan om toeristen is het juist erg leuk om daar te verblijven. Ze laten je gewoon je gang gaan en verder dan met hier en daar een nieuwsgierig praatje en rare blikken van kinderen gaat het niet. Verbazingwekkend hoeveel mensen nog een potje Nederlands spreekt. Of ze studeren het, leren het via toeristen, via scharrels of grootouders. Vele dingen hebben ook nog dezelfde naam als bij ons. Zo zie je langs de straat de woorden; ‘knalpot’ en ‘doorsmeer’, vraag je om een ‘asbak’ of ‘handdoek’ en hoe kan het ook anders, van ons hebben ze ook het woordje ‘gratis’. O ja, ook nog ‘Babi panggang’, of hebben wij die van hun???

Ze zijn hier trouwens helemaal weg van voetbal, vooral de Premier league is favoriet. Dat het dan inhoudt dat ze om één uur ’s nachts de wedstrijd pas begint, is voor hun geen probleem. Frappant is dat ze meteen beginnen over dat hun nationaal team zeer slecht is. Ze kennen de PTT-telecompetitie ook en ze zijn blij met onze Wim Rijsbergen die het hier als bondscoach zeer goed doet.

Op straat zie je de jeugd naar school gaan, dit doen ze nog in vol ornaat, dus in het tenue van school; broek, blouse, stropdasje en zelfs met bijpassende pet. Leuk gezicht. Naar het toilet gaan hier onderweg is wel een belevenis. De schotjes zijn dus maar tot borsthoogte. Je kunt dus precies wat iedereen aan het doen is. Grappig gezicht hoor om ineens weer iemand achter de schotjes te zien verdwijnen en die even later weer tevoorschijn komt.

Met een busje naar boven gebracht, daar op een brommer gestapt en die bracht ons naar het beginpunt van de wandeling. In de bus is het voller dan vol. De bus walmt van achteren en binnen zorgen vooral de jonge jongens er ook voor dat het vol met rook staat. Ze paffen aan één stuk door en iedereen vindt het prima. Velen roken hier ook de ‘kretek’ sigaret, dat is een sigaret volgestouwd met kruidnagel, wel een lekkere geur. De vrouwen hebben een ander middel. ‘Betel’ noot kauwende, kleurt het hun tanden en gehemelte rood. Ze hebben dikke proppen in de mond waardoor ze moeilijk uit hun woorden kunnen komen. Niet erg gezond en zeker niet charmant. Maar daar taant niemand om.

We namen een steil pad door de jungle naar beneden. Waarom die bloedzuigers mij altijd moeten hebben is mij een raadsel. Dat ik geen schoenen heb en alleen maar sandalen draag zou zeker een verklaring kunnen zijn, haha. Vind dat ze m’n bloed nemen niet zo’n ramp, maar het blijft altijd maar doorbloeden.

Het was tijd om verder te gaan. Met een paar verschillende bussen moesten we wel een aardige ruk naar het noorden kunnen maken. Middenin de nacht moesten we overstappen. In het donker schuifelden we door het gangpad. Sta ik ineens op iets van plastic. Hoor ik plets en mijn hele been zit onder. Ik had nog even de hoop op een pakje drinken……..maar helaas, het was een zakje kots dat door een voorganger netjes was achtergelaten. Nou dat was een mooi begin van de nieuwe busrit. We hadden een bus met airco. Nou daar moet je dus niet blij mee zijn. Hij kent namelijk maar twee standen; aan of uit. Ik heb nog nooit zes uur achtereenvolgens in een diepvrieskist gezeten, maar ik denk dat het gevoel daar aardig mee overeenkomt. De lokalen met dikke winterjassen, mutsen en een deken om zich heen. Dat heb ik dus allemaal niet, dus het was kou lijden tot op het bot. Bij de eerste beste stop me gewarmd aan het vuur uit de openlucht keuken. Direct een fles vol kokend water in mijn tuk gestoken kon ik vol goede moed aan het tweede gedeelte van de rit beginnen. Al met al waren we 26 uur bezig om er te komen. Als je er eenmaal bent dan valt het achteraf allemaal nog wel mee. Nog even een uurtje varen met een boot en we waren op Danau Toba.

Danau Toba is het grootste vulkanisch kratermeer ter wereld. Zo’n 80 km lang. Bij een uitbarsting is het over de hele wereld donkerder geworden en gedurende een paar jaar zakte de temperatuur. Nou als je er tegenaan kijkt dan snap je echt wel waarom. De aankomst is mooi hoor. Het water is afhankelijk van hoe de zon er op schijnt zwart en soms weer donkerblauw van kleur. Het eiland ligt middenin het meer en heeft aan één kant alleen maar één lange steile klif.

Daar een brommer gehuurd en de boel een beetje verkend. Vond het niet eens zo heel spectaculair hoor, toch was het een mooie omgeving. Waar je ook rijdt, je ziet Christelijke grafhuisjes. Sommigen zijn nog groter dan hun eigen huis. Als ze hier dood gaan dan gaan ze eerst onder de grond en na een 10 of 20 jaar krijgt de schoonzoon de eervolle taak om het lichaam op te graven en de botjes gaan in een klein kistje. Dat kistje gaat dus bovengronds in het graf. Vroeg me eerst al af hoe ze zoveel mensen in een familiegraf konden krijgen. Die ceremonie duurt een hele dag. Er worden liederen gedraaid en bij sommige is iedereen triest en gedenken ze de dode. Daarna is er feest en wordt er gegeten en gedronken. Ze zijn dan eigenlijk blij dat ze het lichaam nu eeuwige rust hebben gegeven en dat ze hun taak hebben volbracht. Ze ondernemen dit geheel dus alleen maar wanneer ze genoeg hebben gespaard om iedereen een goede dag aan te kunnen bieden. Onderweg staan kinderen langs de kant van de weg om je hand te kletsen. Na een beetje gedommeld te hebben nabij een klein meertje werd het tijd om naar huis te rijden. We dachten goed te gaan maar al snel ging de rammelweg over in een pad en het pad ging weer over in keien. Omdraaien kon niet meer want de benzine was bijna op en we konden het eerstvolgende dorp niet meer halen. Doorrijden dus maar. Het werd al donker en zonder benzine geen licht en in het donker kun je dus echt niet meer verder. Het beste er maar weer van hopen dus. Na een half uurtje knooien, zagen we gelukkig licht opdoemen. Waren we meer dan 30 km afgedwaald. Met een paar koekies in de buik en de tank weer met brandstof was de spirit weer aanwezig. Zoals gewoonlijk komt bijna alles altijd weer vanzelf goed. Het valt nog niet mee om in het donker te rijden, want elke keer dat je de bult af gaat, geef je dus geen gas en dan werkt het licht dus ook niet. De kunst is dus om tegelijk gas te geven en te remmen of snel een beetje gas geven en dan de weg weer inschatten voor de eerst volgende seconden. Hoe dan ook, het blijft een grappige manier van rijden.

Vanuit daar namen we een relatief kort ritje naar Berastagi. Dit dorp is op zich geen klap aan maar iedereen komt hier om één van de twee vulkanen te beklimmen. De busrit was top. Het was een klein busje en deze propten ze voller dan vol. Ik zag ze ook op het dak klimmen en daar had ik ook wel zin in. Met een paar jochies op het dak balancerend gingen we de heuvels over. De jongen die de mensen toeroept om de bestemming te vermelden, je laat betalen en de bagage op het dak knoopt was in mijn ogen helemaal koning. Hij hing gewoon in de deuropening en de deur was dus gewoon open. In de bochten hing hij dus in de deur naast de auto. Terwijl ik op het dak zat kwam hij tijdens het rijden ook even langs om een paar dingen vast te knopen. Als een acrobaat deed hij zijn kunstje nu niet in de circusbak maar op het dak van een auto die als een malle over de bulten scheurt. De auto werd leger en de weg werd beter. Ik was de enige nog op het dak. Met minimaal een vaartje of 80 vlogen we de heuvels over. Ik kon alles overzien en vond het prachtig!

Sumatra is dus echt zoals ik mij had voorgesteld; groen!! Onderweg zie je veel jungle. Heb nu begrepen dat dit productie jungle is en daar mag je met de juiste papieren alles meenemen. Je hebt ook protectie jungle, daar is gelukkig alles nog verboden. Productie is tijdens de tijd van Soekarno veel toegepast, terwijl nu ook de protectie gelukkig belangrijker wordt gemaakt. Waar geen jungle is, zie je veel fruitteelt en akkerbouw. Verschillende voor mij onbekende ( nu niet meer) fruitsoorten worden hier verbouwd.

Om zeven uur werden we door onze gids opgehaald. Eerst met een klein busje en daarna kon het lopen beginnen. Steil omhoog. Omdat we naar de Gunung Sibayak vulkaan op 2100 meter hoogte ligt was de jungle ook weer anders dan op andere plekken. Op de achtergrond, zij het wel heel erg luid hoorden we Gibbons roepen. We kwamen vleesetende planten tegen en alles was groener dan groen. Steil omhoog is niet mijn ding hoor. Wederom bloedzuigers, maar die had ik al verwacht. Het is eigenlijk onbeschrijfelijk mooi. Kan niet zo goed uitleggen waarom het zo mooi is, maar het is het zeker! Boven aan de top kon je de zwavellucht al goed ruiken, beetje Loarnse karmse lucht met al die stinkbommen. Op de plekken waar de stoom met een gigantische druk naar buiten spuit is het geel gekleurd door alle zwavel. Uit poeltjes met heet water borrelt het gas omhoog. Daarna weer steil omlaag, het pad was glibberig en bood weinig houvast. Maar één keer op mijn plaat gegaan. De kleding stinkt nog steeds naar rotte eieren en is zwart van de modder. Het was maar twee uurtjes afdalen naar de hotspring. Op die plek komt het water naar boven borrelen. Ze laten het water in verschillende baden lopen. Zo heeft elk bad dus zij eigen temperatuur. Het water heeft wel een eigenaardig geurtje, dat is dan gezond, zegt men. De lokalen baden hier ook. Zowel de dames als de heren met lange bokse en T-shirt aan. Vanuit een pijp diep in de grond geboord knalt de stoom naar boven. Op die manier drijven ze een turbine aan. Gratis elektriciteit. Enkele dagen later ruft trouwens alles nog naar de zwavel, haha.

Vanuit daar reden we naar de laatste plek om te bekijken, Bukit Lawang. Kon weer het grootste gedeelte van de rit op het dak zitten. Dat verhoogt het plezier toch echt wel met 1000% Volwassen mensen roepen je toe en kinderen staren je met open mond aan.

In het busje ontmoeten we heel toevallig een man en mij bleek ook gids te zijn. Dit had ik van tevoren al gehoord, dus het verbaasde me niets. Hij was oké en daarom ook gewoon een tour bij hem geboekt. Wilde de dag erop meteen de jungle in, want het was weekend en dan komen hier veel lokalen langs de kant van de rivier zitten en doen zich te goed aan het vele eten en drinken. De speakers worden ook van stal gehaald, dus ik was blij om dan in de jungle te zitten.

In de ochtend op pad. Allereerst kwamen we door plantages; rubber, kaneel en kruidnagel. Daar zagen we ook een paar ‘Thomas Leaf’ aapjes, grappige dingen hoor. De jungle was erg divers en we moesten alweer steil klimmen. Gelukkig werd er ook een heleboel gerust. Al snel zagen we een paar nesten in de bomen die de Orang Oetangs gebruiken om te slapen. Ik ging vooral mee om de Orang Oetang echt in het wild te zien. Al snel bleek dit niet te gaan lukken. De Orang Oetangs die wij eventueel zouden zien zijn degene die in de ochtend en avond worden bijgevoerd. Nog steeds wild maar ze zijn natuurlijk meer aan de mens gewend. Daarom kun je er ook wel dichterbij komen. Iets verderop zagen we de eerste. Deze lag te slapen in zijn nest. De gids was veel te luidruchtig en door te klappen maakte hij hem wakker. Ik was daar niet zo blij mee en vertelde hem dat ook. Mijn mede groepsgenoten haalden hun schouders op en waren allang blij dat ze hem zagen. Snap ook niet zo goed waarom de gidsen altijd van die apen geluiden moeten maken. Net alsof een aap niet doorheeft dat er weer een groepje toeristen langskomt met aan het hoofd een schreeuwlelijk. Voor de rest was het een prima gids hoor. Na de eerste ‘slaperd’, zagen we nog een moeder met kind hoog in de boom.

Daarna kwam het hoogtepunt; een vader, moeder met kleintje. Daar konden we zeer dicht in de buurt komen. Erg moeilijk om foto’s te maken vanwege het licht en de bladeren, maar ik vond het werkelijk fantastisch om daar bij te mogen zijn. Het mannetje houdt de boel steeds in de gaten en de moeder blijft dicht bij haar kind. Dat kleintje gaat ook op onderzoek uit en klimt in de bomen. Voordeel van klein en licht zijn is dat hij in veel dunnere takken kan klimmen dan zijn moeder. Hij zat ineens veel hoger dan zijn moeder en pieste van zich af. Net langs zijn moeder. Daarna scheet hij nog even. De moeder keek even omhoog en bijna onverstoorbaar boog ze haar lichaam iets opzij en flats de drol viel maar een paar centimeter langs haar heen. Moeder en kind gingen verder de jungle in. Iedereen bleef staan bij de vader. Ik had zo bedacht om een stukje verder te lopen en hopend dat het pad zou afbuigen en met dan een beetje geluk dan zou ik misschien die twee wel weer zien. Nou ik was er nog niet of daar hoorde ik al gekraak. Rustig slingerend van tak naar tak kwam ze aanzetten en haar kind klemde zich vast aan haar. Zo mooi om dat in mijn eentje te zien. Ze kwamen,op nog geen twee meter afstand, letterlijk langs mij. Heel bijzonder.

Daarna liepen we verder en in de namiddag kwamen we aan in het basiskamp. Eerst moest de rivier nog worden overgestoken. Zij hadden binnenbanden van een tractor waarmee ze ons één voor één naar de overkant brachten. Nou ik dacht; ‘’wat zij kunnen dat moet mij toch ook wel lukken’’. Nou het is me wel gelukt, maar de stroming viel nog niet mee. Met moeite blijf je staan man. De laatste uren daglicht, gevuld met het innemen van de mooie omgeving en zwemmen in het verkoelende water.

In de avond speelden we kampvuurspelletjes, ook al hadden we geen kampvuur, de sfeer was hilarisch. Met een Belg en een Duitser doken we
in het donker weer de rivier in. Dan is het toch wel een stukje enger hoor. Je weet dat er rotsen zijn en je weet waar je wel kunt springen, toch is dat kleine sprongetje in het duister wel raar. We sliepen onder een plastic afdak en op een dun matje. Dus dat beloofde een lange nacht te worden. Ineens een grote schreeuw. Kwam van die Belg. Wij dachten aan een groot beest, bleek het een nachtmerrie te zijn. Blijven toch Belgen, haha

In de ochtend kwamen een aap en een varaan ons kamp bezoeken. Apart om die varaan te zien zwemmen tegen de sterke stroming in. We kozen voor de optie om naar twee watervallen te gaan en de lange wandeling te laten zitten. Kwam goed uit want die waterval was meteen achter ons kamp. Het water was verkoelend en alles was omgeven door groen.

Na de lunch moesten we helaas weer afscheid nemen van de kok en het kamp. Dragers waren inmiddels gearriveerd uit het dorp. Ze lopen drie uur met drie tractorbinnenbanden op hun hoofd, zodat wij niet terug hoeven te lopen maar met een geïmproviseerde raft terug kunnen varen. Vijf banden aan elkaar geknoopt. Één gids voorop en één achterop met lange bamboestokken, waarmee zij zich tegen de rotsen konden afzetten. Was echt hilarisch. Duurde helaas maar een half uurtje en we waren alweer in het dorp. In het dorp was het een drukte van belang. Zoveel lokalen waren dus ook aan het ‘tuben’ en hadden de grootste lol. Wij waren een attractie voor hen en andersom was het ook het geval. Super trip!

In de avond een zeer fascinerend gesprek gehad met de twee Belgen die een wereldwinkel hebben en de Duitser die als seismoloog de wereld afreist om aardbevingen te voorspellen en om aardwarmte te gebruiken voor energie. Veel nieuwe inzichten en openbaringen die avond.

Hoe druk het op en langs de rivier was met lokalen op de zondag. Hoe rustig het nu weer is. Apart om te zien hoor. Massale gekte en iedereen komt op die twee dagen voor het dagelijkse vertier. Nu lijkt het wel uitgestorven. Net nog even zelf gaan tuben en ik was de enige op het water.


Ben nog twee keer naar het voederen van de Orang Oetangs gaan kijken. De eerste keer was het behoorlijk druk doordat een reisgroep zich aansloot. De tweede keer waren er maar een. Nu ging het merendeel ook nog eens eerder weg zodat ik met twee anderen overbleef. Dan wordt het toch allemaal iets leuker. De oppassers geven melk en bananen aan de Orang Oetangs die zin hebben om op te komen draven. Soms komt er geen enkele. Ik kreeg die twee keer er genoeg te zien. De laatste keer ging een stelletje ook nog paren. Hoe ze het precies deden weet ik niet, hangend aan een paar takken moest het gebeuren. En zoals ze verstrengeld waren leek het één grote harige oranje bos wol. Ze had er in ieder geval wel plezier in zo te horen, maar ach ja wat wil je met een man met vier handen.

Nu is Sumatra alweer bijna ten einde. Blijf hier nog twee dagen om te genieten van de immense jungle. Dan met de bus naar de stad van waaruit ik een dag later eerst naar Kuala Lumpur vlieg en vervolgens naar Singapore.

Ook daar weer veel zin in.

Tot zover.

Voor de foto’s, check de link:
https://picasaweb.google.com/116821458058879641080/HarigeOranjePluizigeBol#

Groetjes,
Free Willie

  • 23 September 2011 - 18:00

    2t:

    No surrender!!!

  • 23 September 2011 - 18:32

    Wilma:

    zilver....
    "Loarnse karmse lucht met al die stinkbommen"????? Je bent er al ff niet geweest..... heb je halve verhaal gelezen, rest voor later!

  • 23 September 2011 - 18:51

    Trouwe Lezer :

    heeeeee !!! weer 1e

  • 25 September 2011 - 07:04

    Annet:

    Mooi verhaal weer:-). Klinkt allemaal fantastisch, Geniet!!!
    xx

  • 04 Oktober 2011 - 18:22

    Marylou:

    74!!! xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Batavia

Mijn eerste reis

Mijn mailadres is: freewillieafrika@hotmail.com

Recente Reisverslagen:

28 Maart 2016

"I'm in a New York state of mind"

02 Maart 2016

Puzzelstuk

26 Januari 2016

Sunshine State

31 December 2015

Kerk in, kerk uit.

20 December 2015

Plan B
Free Willie

Mijn mailadres is: freewillieafrika@gmail.com

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 376
Totaal aantal bezoekers 479540

Voorgaande reizen:

08 November 2005 - 08 November 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: