Witte stranden, dus een witte kerst.
Door: Free Willie
Blijf op de hoogte en volg Free Willie
04 Januari 2012 | Oostenrijk, Elmauen
Nu uitkijkend over een baai, poepie warm en o ja het nieuwe jaar is begonnen, dus allemaal het beste voor dit jaar en Geniet!
Ons Palawan eiland avontuur zit er bijna op. Moet zeggen dat dit eiland toch wel heel bijzonder is hoor. Kort samengevat; groene jungle, palmstranden, goed eten, schone natuur en super aardige mensen.
Dit alles is natuurlijk wel een beetje kort door de bocht dus ik zal nog iets meer vertellen.
Vanuit het drukke Manilla vlogen we in een uurtje naar Puerto Princessa. Het leek wel of heel Manilla op vakantie ging want het was toch een potje druk op de luchthaven. Zelf zo druk dat de normale rij niet snel genoeg ging zodat wij voorrang kregen. Sommigen zaten in de stress want één bestemming was geannuleerd vanwege teveel wind, gevolg; stresskippen op het vliegveld. Iedereen om ons heen was ons een beetje bang aan het maken omdat alle hotels nog wel eens vol geboekt zou zijn vanwege de feestdagen. We zouden wel zien.
Aangekomen in Puerto Princessa stonden de tricycles (zeg maar een brommer met een overkapt bakkie ernaast) de nieuwkomers al op te wachten. Het hotel dat wij in gedachten hadden was inderdaad vol, gelukkig een iets mindere variant had nog wel plek. Één ding is zeker, in Puerto Princessa is het heet, echt knal heet. Voor een tussendoortje kwamen we uit in een voedselketen, beetje zoals de Mac Donalds, maar dan alles vers bereid en op zijn Aziatisch, was echt lekker en kost echt niets. Tijdens de avonduren liepen we naar een plein waar eetkraampjes en stonden opgesteld en waar je enorm veel meuk kon kopen. Het plein ernaast traden groepen op en showden hun dancemoves, beetje zoals ‘so you can think you can dance’, maar dan zonder jury. Was leuk om te zien. Toch is het dan weer raar om te zien dat mensen hier niet gewend zijn op te applaudisseren, na een echt mooie show, lopen ze weer als hond met de staart tussen de benen het podium af en er volgt een heel slap applaus.
Daar raakten we ook nog verzeild in een apart gedeelte waar ze een soort rad van fortuin speelde, dit keer geen rad, maar een basketbal (hoe kan het ook anders in dit basketbal liefhebbend land) die al rollend over een grote tafel ging en dan uiteindelijk in één van de gaatjes tot stilstand kwam. Het is gewoon een geluksspel en schijnbaar waren we erg gelukkig want we bleven maar winnen. We mochten zelf ook nog een keertje rollen en hadden daarom een behoorlijk bedrag ingezet, het scheelde echt niets of we hadden echt de mega jackpot, helaas had de bal nog net iets teveel energie en wipte over naar het naaste gaatje, jammer voor ons, goed voor hen, anders hadden ze de keet wel kunnen sluiten, haha
Uitslapen natuurlijk, toen we over straat liepen kwamen we nog langs één van de weinige pinautomaten die dit eiland rijk zijn. Daar stond me toch een rij zeg, denk dat er wel tweehonderd man stond te wachten. Daarop speelden verkopers weer handig op in en zij verkochten drankjes en snacks. Voor de automaat stond de geldwagen bewapend met een paar gevaarlijk uitziende mannen. Zij vulden de automaat weer bij wanneer deze weer leeg werd getapt. Gelukkig hadden wij al eerder gepind.
Met de tricycle naar het busstation. Bleek dat de jeepneys (playmobile auto’s) en de bussen alleen in de vroege ochtend gingen en in de late namiddag. Om nu een paar uur in de snikhete zon te wachten hadden we geen zin in. Kwam er een guitig jochie aangelopen en vraagt met een smile of wij met zijn tricycle wilden gaan. Hij had volgens mij nooit een ja verwacht. Toch na een klein beetje onderhandeld te hebben over de prijs waren we allen tevreden. Hij rende naar zijn tricycle en wij kochten nog even snel een colaatje ter afkoeling. We gaven hem er ook eentje, hij nam een klein slokje en gaf hem door aan de vele toeschouwers die zich inmiddels om ons heen verzameld hadden. Ze vroegen wat wij betaalden, maar dat was volgens onze chauffeur geheim. We wisten nu niet of dat nu een goed of slecht teken was. Het grappige was wel dat hij tijdens de rit maar bleef toeteren naar andere chauffeurs en vrienden, het leek een beetje om aan die mensen te laten zien wat voor een buit hij binnengehaald had. Met een knik naar ons en met de woorden; ‘’Sabang, money!!’ liet hij iedereen die het maar horen wilde dat hij binnen was. Ach ja, hij blij en wij trouwens ook. Beter een beetje krap in een tricycle en uitzicht genoeg dan opgepropt in een jeepney.
Een paar uur hobbelen met de tricycle en genoten te hebben van al het junglepracht om ons heen kwamen we aan in Sabang. Daar werden we opgewacht door ‘tourist helpers’, eerst ben je nog een beetje op je hoede want je denkt dan al snel dat zo’n iemand je probeert af te zetten. Toch blijken ze hier en overigens op het hele eiland te zijn en ze helpen je echt zonder flauw te doen.
Ondanks de drukte vonden we een schitterend houten huis met rieten dak op palen. Veranda met hangmat ervoor. We konden het niet beter treffen. Het restaurant maakte super eten. Sowieso weten ze hier wel wat koken is, want het is echt een genot om hier in een restaurant te zitten en het smaakt eigenlijk vooral als de westerse keuken.
Ook al was het warm, de zon liet zich daar niet meer zien. Er was weer een kleine storm op komst. Dus ook al was het strand echt mooi, foto’s met blauwe luchten konden helaas niet worden gemaakt.
Sabang heeft een ondergrondse rivier, hij is zelfs gekozen tot één van de nieuwe zeven wereldwonderen ter wereld. Had mijn bedenkingen daar wel een beetje over. Met de boot over de ruwe zee werden we gedropt op het strand, vanaf daar was het een paar minuutjes lopen naar de boot. De bootsman nodigde zo’n zes mensen uit. Hij zat achterop met een grote roeispaan en peddelde ons de donkere grot in. Wij mochten voorop de grote bouwlamp bedienen. Tja, dan zit je in zo’n grot; het drupt op je kop, vleermuizen scheren langs je hoofd en met een beetje pech poepen ze op je kop, dus tijdens het omhoog kijken, mond dicht. Gelukkig kregen we een helmpie mee, zodat het niet rechtstreeks op ons viel. Vind het vooral zo leuk dat het zo donker is, maar omdat de bootsman natuurlijk moet kunnen zien waar hij naar toe moet peddelen en de rest van de groep panisch wordt als het te lang donker blijft, moest de lamp helaas weer snel worden aangeklikt. De bootsman lult zijn tijd wel vol met allerlei figuren die je met veel moeite in de rotsformatie kunt zien, ik word daar altijd wel een beetje moedeloos van. Eentje vond ik nog wel grappig; hij wees een rotsformatie aan die inderdaad wel wat weg leek te hebben van een sexy vrouw. Op de vraag hoe ze heette, antwoordde hij heel droog; ‘’Sharon Stone’’, dat vond ik dan wel weer grappig.
De terugtocht lieten we de boot voor wat het was en liepen door de jungle terug. Meteen bij het begin zagen we een paar joekels van hagedissen. Eentje had nog steeds een staart van een prooi uit zijn bek hangen. Leek wel een staart van een mega rat of misschien wel een andere hagedis. Dat hij er niet van moest kokhalzen verbaasde mij. De tocht door de jungle was mooi, maar het was zo ongelooflijk heet dat we er niet echt er blij van werden. Op en af en elke keer dachten we er te zijn gingen we weer naar beneden. We moesten hoog eindigen want om de terug rit wat te vergemakkelijken hadden we een zip-line geboekt over het laatste stukje zee. De kabel was 800 meter lang en het hoogste punt was ongeveer 50 meter boven de zee. Was helemaal niet zo super spannend, maar het scheelde wel een lange omlooppartij en het uitzicht was mooi. Binnen anderhalf minuut sta je weer met beide benen op de grond.
Eerste kerstdag aten wij ons buikje rond bij een luxueus resort. Het was echt puinhoop weer en iedereen moest binnen zitten. Varken aan het spit, grote gegaarde Angus en vis overal. Bij het terug rollen van ons lichaam naar het huisje zagen we pas echt hoeveel water de kust was opgekomen. Boten waren bijna bij de mensen in huis geboord en ze waren met man en macht bezig om de boten waterproof te maken. Wij konden niets voor hen doen dus zijn we maar lekker in ons nest gekropen. De volgende dag was de boottocht naar de ondergrondse rivier vanwege de nog steeds hoge golven gecancelled en we waren dus maar wat blij dat we die al gedaan hadden, wie wil nu Sharon Stone missen??
De kerstbomen zoals wij die kennen die hebben ze hier vanwege het klimaat natuurlijk niet. Tegenwoordig zijn er wel een heleboel nepbomen die als een spar door gaan. Het meest populaire en origineelste is een soort kegel, veelal mega hoog (vijf meter is heel normaal) hij kan alle kleuren en glitters hebben, alles kan en mag.
We maakten een tocht door een mangrove bos. De bootsman en de gids wisten ons alles te vertellen over de mangroves. Het zijn de kraamkamers van de zee, zonder deze bossen zijn er ook haast geen vissen. Het groeit trouwens alleen maar in het liefst brak water maar ook wel zout water. Weten jullie dat ook weer. In de bomen lagen de giftige geel zwarte slangen te pitten. Op de terugweg gaven de twee heren nog een serenade en daarin werd het belang van de mangrove nog eens verklaard en werden we al zingend bedankt voor de komst. Ook al zongen ze nog valser dan een kraai, we vonden het mooi.
Bovenop de jeepney namen we afscheid van Sabang, echt een mooi plekkie hoor. Bovenop konden we weer fantastisch ver weg kijken en ook al moesten we hier en daar wegduiken voor laaghangende takken en soms bomen, wij zitten liever bovenop dan onderin.
Het zou nog even duren voordat er een jeepney langs zou komen om ons naar Port Barton te brengen. Vanwege de kerst wist eigenlijk niemand of er nog wel iets zou rijden. Daarom huurden we een tricycle voor onszelf. Emiel een bioloog had zich inmiddels ook bij ons gevoegd. Dus wij met z’n drieën, de chauffeur en ook nog eens een maatje van hem. Met vijf man dus in dat bakkie. De weg was echt slecht, alleen maar zandweg en door de regen was het op sommige plekken veranderd in één grote modderblubberzooi. Dat maatje was wel handig want net zoals Henk vroeger bij August in zijn bakkie hing hij aan de zijkanten waar nodig en als de motor het even niet meer kon trekken sprong hij eraf en ging duwen. Gewoon op blote voeten en nadat wij ook een stukkie moesten lopen omdat het echt niet meer ging merkten we wel dat je hier superman voeten moet hebben om normaal te kunnen lopen zonder snijwonden te krijgen
Vanuit Port Barton namen we een bootje dat ons naar een eiland bracht. Het eten was echt lekker. Helaas bleef het maar waaien en stormen, dus echt lekker aan het strand liggen was er niet bij. De laatste avond daar werden we verrast door een zeeschildpad die op het strand was gekropen om haar eieren te leggen. Ze was er wel een half uur mee bezig. Bevreemd mij altijd wel dat vele mensen er een paar minuutjes naar kijken en het dan wel weer geloven en weer naar de pils gaan in het restaurant. Met haar twee achterpoten graaft ze zo diep als haar poten kunnen reiken een gat in het strandzand, dat gat is meer diep dan breed. Dan gaat ze iets verzitten en bij elke ei legging gaat haar lichaam iets heen en weer. Als alle eieren eruit zijn dan gooit ze het gat weer met haar achterpoten dicht, eigenlijk schraapt ze met haar poten het zand weer naar die plek. Net daarvoor konden we nog een glimp opvangen van de eieren, ze waren wit met een glinsterend slijmlaagje erover heen. Als ze het hele gat weer vol is dan stampt ze het aan door met haar volle gewicht er op te waggelen (het lijkt een beetje op de laatste bewegingen van wanneer je een muntstuk laat ronddraaien, maar dan langzamer). Na drie kwartier was het hele schouwspel voorbij en ging ze terug het water in, ben benieuwd hoeveel kleintjes er over een paar maanden het ruime sop kiezen.
Twee dagen op een winderig eiland vonden we meer dan genoeg, om in de boot te komen dat viel nog niet mee want de golven waren hoog en hij maakte veel water. Toch na veel hozen en vakmanschap lukte het hun om de boot zeewaardig te maken. Bij het binnenhalen van het anker werd de boot net gegrepen door een hoge golf, de jongen vergat het anker los te laten en werd net zoals Sjakie ooit in Het Rutbeek gelanceerd het water in. Was erg komisch, gelukkig kon hij er zelf ook om lachen.
De volgende ochtend met de jeepney er weer vandoor, natuurlijk zaten wij weer op het dak. Het laatste gedeelte van de dag gingen we met de bus. Ook daar zaten we weer bovenop. Die bus scheurt als een malle. Mocht die ooit een noodstop maken dan zie je de Filippijnen al vliegend, hopen op het beste dus. De zon brandde er op los en na een uurtje of vijf waren we zo uitgedroogd als een mummie en zo rood als een kreeft.
We waren in El Nido, een badplaats beetje aan de noordkant van Palawan. We waren er nog niet helemaal want we moesten nog onderdak zien te vinden, zou nog niet meevallen door de oud en nieuw drukte. Ik paste op de spullen terwijl Marylou op pad ging. Vele hotelbezoeken later vond ze er eentje die nog niet vol zat. Omdat het zo ver lopen was bracht een werknemer haar met de brommer terug. Het hotel heet Golden Monkey omdat ze apen opvangen en wanneer ze vijf jaar zijn laten ze ze weer los in de jungle. Ze krijgen de apen vooral van families die eerst een aapje als huisdier hebben gehad en het daarna niet leuk meer vinden, klassiek verhaal dus. Aapje in een kooi is nooit mooi om te zien, maar met de achterliggende gedachte van vrijlating is het wel mooi om zo dicht bij te komen en eventjes aan zijn handje te voelen.
El Nido heeft een schitterende ligging, het dorpje ligt in een baai en het is omgeven door steile kliffen. Kijk je de zee op dan zie je overal eilandjes met daarop een kleine berg.
Om de eilanden te bekijken gingen we met een bootje op pad. We kregen bootpech zodat we genoodzaakt waren om op een mooi strand de eerste paar uren door te brengen. De schipper kon eigenlijk ook niet echt uitleggen hoe lang we gestrand zouden zijn, maar zoals altijd hier in Azië, gewoon rustig blijven en het ze zelf laten regelen, het komt altijd goed. De bootsman bereidde bovenop gloeiend houtskool grote tonijn en karbonades. We hadden het eten nog niet op en ineens roept de kapitein; ‘’boot’’, wij zagen niets maar op de een of andere manier had hij wel gelijk en een half uur later stond een nieuwe boot voor ons klaar.
Twee pareltjes vonden we; ''hidden beach'' en ''secret beach''. Voordat we er waren moesten we nog wel door een klein beetje ruwe zee, één meisje uit onze groep had het niet zo op golven en begon echt als een klein kind te krijsen, met daarbij van die enorme uithalen. De kapitein die keek haar aan en dacht er het zijne van. Om op ''secret beach'' te komen moest je al snorkelend door een kleine rotsopening. Als er te hoge golven zijn dan is het nogal gevaarlijk, nu ging het prima. Daar binnen was het echt een paradijs. Het geheel was niet groter dan een volleybalveld. Omgeven door steile kliffen en aan één kant was er een klein strandje. Het koraal was zelf anders. Veel groen en rood, leek meer op een soort mostapijt op de zeebodem. Daar zagen we de mooiste vis die ik ooit heb gezien. Deze was fel groen en geel fluorescerend gekleurd met glitters en had een wit nepoog bovenop zijn bovenste vin, hij leek ook wel een beetje op een dotje mos in de ochtenddouw. Hij bewoog mee in de heftige deining, die pracht was niet groter dan 3 centimeter.
''Hidden beach'' was verborgen achter een inham van rotsen, al zwemmend kwam je daar. Totaal andere vegetatie. Beide eilanden waren prachtig, omdat we erg laat in de middag daar waren, waren we de enige aanwezigen (vanwege onze panne), dat maakt het toch altijd nog mooier natuurlijk.
Als bonus doken we nog ergens anders het water in en zagen nog voor een klein momentje een schildpad aan ons voorbij komen.
Oudejaarsdag reden we met de brommer naar een strandje dat zo mooi was dat we er de hele dag niet meer weg zijn gegaan. Vol met palmbomen, natuurlijk een wit strand en rust. Het mooiste vind ik wel hier dat er bijna geen rommel ligt. De Filippijnse mensen zijn hier veel zorgzamer dan hun buurlanden wat betreft de rommelgooierij. Doet me goed.
In de avond namen we deel aan een buffet in een leuk restaurant. Wederom lag er een varken op de tafel, gereed om in stukjes te worden gesneden. Heb me als laatste nog vol gepropt met heerlijke cake. We kwamen onze ''Deutsche freunde'' ook weer tegen en daarmee de laatste uurtjes voor de klok twaalf sloeg samen gespendeerd. Om een uurtje of elf zijn we het strand op gegaan om onze rotjes en pijlen die we ’s middags hadden gekocht af te steken. Gelukkig zagen we bij de Duitsers hoe snel die rotjes tot ontploffing kwamen, echt niet normaal meer. Zo’n schietlontje, je hebt net tijd genoeg om hem weg te gooien en dan nog knalt hij nog geen twee meter van je af. Je moet hier dus de kracht voorstellen hoe wij vroeger de oude rotjes hadden, nog harder dan de originele strijkers. Vingergevaarlijk dus met die lontjes die al na een halve seconde tot een knal komen. We hadden ook pijlen en ik vond het nog al een beetje saai om ze in het zand te steken dus ik brak een deel van de lange steel eraf en zwiepte ze boven de zee. Dat ging wel een paar keer goed totdat eentje als een raket die ineens een ander doelwit gekozen heeft zich omkeerde en weer terug zoefde richting strand. Hij scheerde rakelings over ons heen en kwam tot ontploffing op een balkon, gelukkig stond daar niemand. De lokalen waren allemaal geschrokken en gingen me uitleggen hoe ik de pijl in de grond moest steken. Haha.
Inmiddels was ikzelf al geblesseerd geraakt door één of andere dronken mafketel. Hij vroeg een vuurtje voor zijn sterretje, dat gaf ik hem, nadat ik de aansteker er een tijdje bij had gehouden, bleek het geen sterretje te zijn, maar meer een soort vlammenwerper. Met een zere verbrande duim kon ik dus oud en nieuw gaan vieren. Als afsluiter hadden we nog een rotje bewaard, dat had dezelfde vorm als die andere kanonslagen alleen veel groter (model en grootte van een appelflap), ze noemen hem hier; ‘’goodbye Philippines’’. Aangezien mijn duim dus zeer deed vroegen wij de lokalen om hem aan te steken, maar ze deinsden allemaal terug. Heb hem dus maar zelf afgestoken, een knal zeg, niet normaal, lawinepijl in het jasje van een appelflap. Dat er hier geen doden vallen tijdens het geknal verbaasd mij.
Iedereen wenst hier elkaar trouwens al gelukkig Nieuwjaar voordat het zover is, dus een paar dagen ervoor kun je er al mee beginnen.
In een bar telden we af richting 2012. Veel vuurwerk op het strand, mooi gezicht. Het werd een beetje vol met mensen omdat veel vuurwerk dichtbij ontplofte, wie staat er weer met zijn volle gewicht op mijn blote voet; dezelfde dronken mafketel die mijn duim ook al had verbrand. Hij had het niet eens door, ik des te meer :0)
Vroeg in de ochtend moesten we er alweer uit om de boot naar Coron te pakken, er lagen nog een paar dronken mannen als stille getuige op het strand van de wilde nacht. Helaas had de kapitein ook iets te lang feest gevierd, want de eerste drie uur gebeurde er nog niets. Uiteindelijk mochten we de boot op en na acht uurtjes dobberen zagen we Coron dichterbij komen.
Daar maakten we nog snel een tour richting de eilanden alvorens we weer in het vliegtuig moesten stappen richting Manilla. Het toertje bracht ons naar een klein eilandje met een meertje omgeven door steile kliffen. Het water was daar zoet, bak en zout, het ligt er maar aan waar je zwemt, logischerwijs natuurlijk minder vissen. De kleur van het water was groenachtig.
Het eiland Palawan was gaaf!
Tot zover,
Voor foto’s, check de link:
https://picasaweb.google.com/111499209145498123229/WitteStrandenDusWitteKerst#
Groetjes,
Wilfred
-
04 Januari 2012 - 12:03
Tante Riet:
ik wens jullie nog een heel goeg en gezond 2012 mooi verhaal weer -
04 Januari 2012 - 12:39
..Laura..:
Happy New Year!!
xkusx -
04 Januari 2012 - 14:06
Sjaak:
Eindelijk een keer bij de eerste drie!
De beste wensen daar! -
04 Januari 2012 - 17:27
Henkie:
Jaloooeeerrrrrsssss -
05 Januari 2012 - 02:24
Annet:
Toppie:-)! x
-
08 Januari 2012 - 12:20
Ria Grave:
De beste wensen voor 2012.Het is weer een mooi verhaal.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley