Heftig! - Reisverslag uit Phnom-Penh, Cambodja van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu Heftig! - Reisverslag uit Phnom-Penh, Cambodja van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu

Heftig!

Door: Free Willie

Blijf op de hoogte en volg Free Willie

18 Mei 2011 | Cambodja, Phnom-Penh

Hallo allemaal,

Cambodja, land van een behoorlijk heftige recente geschiedenis. Probeer me er in te verdiepen en hoe meer je leest en hoort, hoe bizarder het wordt. Eerst de ‘Amerikaanse’ oorlog en later is Pol Pot als een malle tekeer gegaan. Nu een ‘vrij’ land, maar de gevolgen zijn nog voelbaar.

Wij staken de grens over van Laos naar Cambodja en gingen meteen richting het noordoosten. Niet veel toeristen gaan deze kant op, toch de verhalen over een nog onontdekte jungle spraken ons wel aan.

De weg er naar toe was één en al gehobbel over de zandweg en het bos ernaast was gekapt en de resten lagen nog na te smeulen. In het donker aangekomen werden we al opgewacht door verschillende jongens die ons naar een hostel wilden brengen. Ja ja, het reizen is hier niet zo moeilijk. Achterop een brommer balancerend met onze bagage reden we het donker tegemoet. ‘Treetop’ was onze bestemming, geen boomhutten, maar wel schitterende bungalows die tussen de cashew- en bananenbomen stonden. Een prachtige veranda en met een open badkamer was het echt een paradijs. Wederom was alles van hout gemaakt en de lange loopbrug naar onze bungalow was een genot om op te lopen. In de nacht hoorden we een raar geluid, zagen we ineens miljoenen termieten de houten loopbrug gebruiken om over te lopen, maar ook vooral om op te eten. Op verschillende plekken begonnen ze al hun kenmerkende nesten te bouwen. In de ochtend waren ze allemaal verdwenen en zag je alleen nog de restanten van hun nesten.

Met de brommer gingen we naar een heilig meer. Vanaf bovenaf gezien is het een schitterend groenachtig gekleurd meer dat zich te midden van de jungle bevindt. Als je er aan ligt te zonnen lijkt het eigenlijk gewoon op een mooi meer. Op het nabijgelegen marktje hingen gedroogde open gesneden aapjes die waren gespannen op een stuk bamboeframe. Schijnt goed te zijn voor vrouwen, zodat als ze bevallen zijn van een kindje en dit eten, dan word je weer als tevoren. Hoe naïef kun je zijn. We hebben het er later nog met onze gids over gehad en ze geloven er echt heilig in. Evenals rum waar een cobra in zit. Krijg je kracht van. ‘I drink it and get power’. Krijg zulke dingen er maar eens uit.

We kwamen natuurlijk voor de jungle. Hier is de ‘Ratanakiri’ provincie nog vol met jungle en haar wildleven. Nu lopen er nog wel tijgers en beren, maar die ga je op zo’n tocht die wij maken echt niet zien. Toch had ik nog wel hoop om de Gibbonaap te zien. Heb er laatst helaas eentje in gevangenschap gezien en ze zijn echt schitterend. Behendig waar Epke Zonderland jaloers op zal zijn.

In de ochtend werden we weggebracht en met de jeep gingen we diep de jungle in. Om nog verder te komen namen we de boot. Elke vijf minuten gooien we onze doek het water in om die daarna op ons hoofd te leggen. Zo ontzettend warm. Dit schrijft de reisgids over de hitte in deze maanden: ‘From februaryi temperatures keep rising until the killer month of April, when the mercury often tops 40 degrees Celcius. Some time in May the monsoon brings rain and high humidity cooking up a sweat for all but the hardiest of visitors’. Nou, die regen hebben we nog niet gezien, maar kan je wel vertellen dat we echt peentjes zweten van de hitte, man o man, wat is het heet.

De jungle is het grootste gedeelte echt wel groen. Toch na al die droge maanden is het toch ook wel een beetje een droog bos geworden. Nu branden de boeren hier en daar ook nog een beetje delen plat. Dus het plaatje werd er niet echt mooier op. De eerste dag was een lange dag om er te komen en om te lopen. We waren blij dat we eindelijk kamp konden maken. Normaal gesproken bij een waterval. Nu dus bij alleen maar wat stenen. Omdat we nu dus ook geen water konden bijvullen, namen we een extra drager mee die zijn hele rugzak volgepropt had met waterflessen. Het kamp was leuk. Vuurtje maken en daarop koken. Naderend onweer liet haar bliksemschichten al zien, toch kwam er nog geen water. Het zou gaan regenen, dus de hangmatten werden bij elkaar onder een zeil gehangen. Daar hadden wij niet zoveel zin in en kozen voor een plekje verder weg. Hangend tussen een paar bomen keken we naar vuurvliegjes die langs kwamen. Het blijken eigenlijk vuurkevertjes te zijn. Ook al gingen de gekko’s als een malle tekeer, we vielen door het wiegen al snel in slaap. Onze gids kwam ons midden in de nacht wakker maken. Hij vertelde dat we beter onder het zeil verder konden slapen, want er was regen op komst. We wilden eerst wachten of het er echt wel zou van komen. Maar hij had het nog niet gezegd of de regen had ons al bereikt. Snel de boel bij elkaar gepakt en afgekoeld verder geslapen onder het zeil.

In de ochtend kon je de roep van de Gibbon horen, toch liet die zich niet zien. Deze dag werd de jungle gelukkig ook mooier. We hadden één drager, één hoofdgids en een lokale junglegids. Zij gewoon op slippers en ook al was hun bagage enorm, ze lijken ogenschijnlijk makkelijk die tocht te lopen. Onderweg legde de lokale gids ons de functies uit van verschillende houtsoorten. Eén enorme boom daar beitelen ze een gat in. Na een paar dagen stoken ze daar een vuurtje in en voilà er druipt olie uit de boom. De olie gebruiken ze om dingen waterdicht te maken en natuurlijk ook voor kaarsen. We sneden nog een paar stukken schors van een andere boom af en het bleek zoethout te zijn. Lekker. De enige mensen die we tegen kwamen waren een groepje jagers. Met een kruisboog en twee honden aan hun zij lopen ze dagen door de jungle. Alles wat ze maar kunnen raken dat wordt geschoten. Na een dag van zwoegen kwamen we weer aan bij de rivier. Met kleren en al er meteen maar in gedoken. De boot bracht ons naar een kamp. De eigenaar wil er een mooi basiskamp van maken. Nu zijn ze nog druk bezig. Nou ja, druk.. De lokale werkers die hij heeft ingehuurd, die houden ook niet zo van hard werken, hoor. Als ze ook maar iets hebben gedaan dan moet er weer gerust worden. Met een loon van maar € 2,- op een dag snap ik het natuurlijk ook wel een beetje.

In de avond gingen wij als mannen op ‘jacht’. Met een paar zaklampen en een grote aardewerken kruik om het gevangen spul in te stoppen kon de tocht worden begonnen. Meteen zo’n dertig meter uit het kamp zagen we een hele mooi slang op het pad liggen. Zwart met gele ringen. Schijnbaar erg giftig ook al konden ze mij de naam niet vertellen. Met mijn hoofdlantaarn kwam het gereflecteerde licht van de spinnenogen terug in mijn ogen. Echt duizenden spinnen om me heen. Kleintjes, maar ook best wel grote. Bij een huisje maakten we een stop. Een tiental honden blaften ons niet echt vriendelijk toe. Ze gebruiken ze niet alleen als waakhond, ze worden ook opgegeten. Het huisje werd bewoond door een oud echtpaar. Nu ging ik echt terug in de tijd, hoor. Zo simpel en zo weinig. Met bamboe was er een kleine verhoging gemaakt om op te zitten en slapen, zodoende houden ze het ongedierte een beetje van hun af. Daaronder lopen de varkens en kippen. Als lampje gebruiken ze een bamboestok waaraan de olie brandt die ze uit die boom hebben gehaald (zie boven). Een paar werkgereedschappen hangen aan de muur en in de hoek staan grote aardewerken kruiken om de rijstwijn in te bewaren. Nog een mandje waar ze de gevangen vis in bewaren en dan heb ik het hele huisraad wel beschreven.

Verder ging onze tocht. Over de droge rijstvelden zochten we op de tussenliggende dijkjes naar kleine holletjes. Daar zitten dan de tarantula spinnen. Met een stokje een beetje porren. De spin wordt een beetje geïrriteerd en gaat het gevecht aan. Als hij ver genoeg uit zijn holletje is gekropen, steken ze snel een kapmes tussen hem en zijn hol zodat hij niet meer terug kan. Met een stokje druk je hem nu tegen de grond en met het mes snij je zijn giftanden eraf. Wel een beetje zielig. Maar kan je verzekeren dat wanneer ze even in het vuur hebben gelegen, dat het dan niet zielig meer is en dan zijn ze zelfs heel erg lekker. Had het niet verwacht maar er zit zelfs heel veel vlees aan.

In de ochtend klommen we uit onze hangmat en er kroop net een schorpioen onder ons door. Toch wel handig dat hangen : )

De laatste dag hoefden we niet zo ver meer te lopen. Nu stonden er een paar dorpjes op het programma. Met de boot meerden we aan bij de plek die de mensen gebruikten om te wassen en water in kruiken te verzamelen. De vrouwen, de meesten nog met ontbloot bovenlijf, storen zich niet aan ons en gaan rustig door met hun dagelijkse terugkerende bezigheden. Het water verkrijgen ze door vlak naast de rivier een gat te graven. Het doorgesijpelde water scheppen ze dan op en dan vullen ze hun uitgeholde kalebassen. Natuurlijk wordt het water nu wel een beetje gefiltreerd, maar dat het water nu echt nog niet schoon is, dat beseffen ze volgens mij nog niet echt. Met op hun een volle mand gevuld met kalebassen maken ze de tocht richting het dorp.

Ze waren niet echt gewend aan blanke bezoekers, kinderen deinsden weg alsof we de boeman zelf waren. Stoertjes kwamen wel dichterbij, maar een glimlach werd zeker niet beantwoord.

Er was een trouwerij aan de gang. De grootste luidsprekers worden voor de dag gehaald. Maakt niet uit hoe schel het klinkt of hoe hard het kraakt. Het moet de boxen uitschallen. Dat je elkaar dan helemaal niet meer kunt verstaan is van mindere importantie. Daar zit je dan: ben je zestien jaar oud en je mag dan met je meisje trouwen die ongeveer net zo oud is als jij. Na een paar maanden van verkering is het dus tijd voor de grote dag. Voor het huis van de bruidegom speelt het zich allemaal af. Klein afdakje wordt er neergezet. De gasten komen langs en nemen als geschenk geld mee. Het geld wordt door twee mensen naast het bruidspaar meteen geteld. Was een warme dag, maar het meisje hield haar make-up nog netjes. Elke gast bindt een touwtje om de pols van beide om zo geluk voor in de toekomst te wensen. Ik vond dat het bruidspaar deze dag wel wat geluk konden gebruiken, want zo vrolijk keken ze nu ook weer niet. Vele kruiken rijstwijn stonden al klaar om genuttigd te worden tijdens het eten. Rijst in bananenbladeren verpakt, werd op de tafels gelegd. Wat groente erbij en de mensen konden aan tafel. Voor ons het sein om te vertrekken. Voor één ieder was er een warm biertje. Of die nu zo lekker zijn nadat ze de gehele dag in de warme zon hebben gelegen dat valt natuurlijk te betwisten.

We maakten een stop bij de school. Het laatste jaar was de school niet meer open geweest. Gebrek aan leraren. De leraren van buitenaf zien het niet zitten om zo primitief te leven en er is ook nog een tekort aan opgeleid personeel. Ook dat is nog een erfenis uit de tijd van Pol Pot.

De begraafplaats, dat is ook een ding dat hier bijzonder is. Ze gaan er van uit dat een dode een jaar nodig heeft om helemaal vrij te zijn en dan goed het hiernamaals leven tegemoet kan zien. Grote houten poppen staan naast het graf. Kruizen staan in de vier windrichtingen om de geesten een makkelijke toegang te geven. Met voorwerpen die de doden tijdens hun leven vaak gebruikten, wordt de pop en hun graf versierd. Dat kan gek gaan tot aan mobiele telefoons en zonnebrillen aan toe. In het eerste jaar na je dood wordt er elke maand een kleine offerringsdienst gehouden door de familie. Tijdens de laatste dienst, de twaalfde dus, wordt er een buffel ritueel geslacht om als offer te dienen. Is je familie wat rijker dan kunnen er wel eens vier geslacht worden. Dit gaat dan zeer bruut. De familie loopt rondjes om het graf en met een kapmes worden de pezen van het dier bij elk rondje door gesneden. Zo’n slachting duurt uren. Hoe bloederiger en met meer leed des te beter, omdat zo de geest als het ware van verre wordt geroepen om naar zijn graf te komen. Als de laatste dienst voorbij is dan laten ze het graf en de geest met rust, want die persoon is nu in het hiernamaals gekomen. Het graf verouderd dus ook zienderogen en wordt al snel verzwolgen door de snelgroeiende jungle.

Tijdens ons bezoek was er net een begrafenis aan de gang. Een jongetje was tijdens het houtkappen onder een grote tak terecht gekomen en had deze klap niet overleefd. De eerste dag wordt er een kist gemaakt. De tweede dag wordt het gat gegraven en de derde dag is er dus tijd voor de begrafenis. Hier nog geen grote poppen en mooie afdakjes, want alles is er op gebaseerd om de zonden uit je leven weer recht te breien en een jong jochie die kan nog niet zoveel zonden hebben begaan is de simpele, maar ook wel weer logische gedachte. Het leek eigenlijk wel één groot feest; knalluide muziek, een tv met videorecorder stond aan en werd grappig genoeg gekoeld met een ventilator. De dames dansten al zingend rondjes om de kist. Peukjes in de bek. Dit allemaal om de geest te laten zien dat ze de jongen liefhadden en dat het goed was. Weet niet of die jongen zo gecharmeerd zou zijn van alle alcohol die werd geconsumeerd. De grond lag bezaaid met mannen die hun roes lagen uit te slapen. Wanneer ze weer wakker werden de kopjes meteen weer gevuld. De vader lag versuft naast de kist. De mannen boden ons bier en rijstwijn aan om aan het geheel deel te nemen. Wilde eigenlijk zeggen: ‘feesten’, want zo voelde het eigenlijk wel. Het hele gebeuren zou de hele dag duren.

Bij een ander dorpje zagen we naast een paar huizen dat er een klein huisje naast was gebouwd. Dat bleek het huisje van een toekomstige bruid te zijn. Als het meisje (en haar ouders) vindt dat ze er klaar voor is dan wordt dat ding in elkaar getimmerd en mag ze er in slapen gedurende het droogseizoen. Jongens van andere dorpen kunnen dan zien dat er weer eentje rijp voor is. Niet dat je dan zo maar even langs mag komen om te blijven pitten, dat is er natuurlijk niet bij. Zijn er meerdere meisjes er gereed voor dan slapen ze samen in het huisje. Mocht het regenseizoen aanbreken en er is nog niemand gevonden, dan wordt het huisje afgebroken en dan mogen ze het volgende seizoen het weer proberen. Mocht het wel van een huwelijk komen dan ben je nog niet op jezelf, hoor. Je krijgt in het ouderlijk huis een stukje van de ruimte. Met een beetje geluk hangen ze nog een gordijn op voor een beetje privacy. Het huis dat wij bezochten werd bewoond door zestien personen. Het is weer eens wat anders.

In de hoofdstad Phnom Penh zagen we een schril contrast. Mooie luxe gebouwen, dure hotels en gigantisch grote ambassades vulden het straatbeeld. Groene en netjes aangelegde paviljoenen maakten het dat je je waande in een erg moderne stad. Iets verder kijkend zag je ook weer genoeg armoede. Leek of alle mensen uit de hele stad tuktuk-chauffeur waren geworden. Gek werd je van de vraag of je een ritje wilde. Je kunt echt nog geen halve minuut ongestoord rondlopen. Toevallig kwamen we uit bij een kickbokswedstrijd, werd zelfs uitgezonden op tv. Alle tribune plekken waren vol. Toch nog een paar lege plekken bij de ereloge, wij als enige blanken mochten daar plaatsnemen.

Met een brommertje gingen we in de vroege ochtend op pad. Al snel werden we aangehouden door de politie. We hadden het licht nog aan van de avond van daarvoor en dat is een groot misdrijf. We moesten dokken. Beetje pingelen en hij met een dagloon extra op zak konden we weer verder rijden. De politie staat er hier ook om bekend. Mensen hebben al extra geld op zak om die eikels snel af te kopen. Op elke hoek staan ze wel om te proberen de mensen een oor aan te naaien. We zochten naar de zogenaamde Killing Fields zo’n vijftien kilometer verderop. Maar door verkeerde bordjes en mensen die ons misschien wel de goede kant op wilden sturen, maar door hun gebrek aan Engels werden we van het kastje naar de muur gestuurd. Koste ons drie uur om de plek te vinden.

De Killing fields. Op die plek liet Pol Pot naar schatting 17.000 mensen op brute wijze vermoorden. Zo’n negen duizend lichamen zijn geborgen. Vele andere massagraven laten ze (nu nog) onberoerd. Om kogels te besparen deden ze soms een plastic zak om hun hoofd om ze te laten stikken of de schedel werd kapot geslagen. Baby’s werden tegen een boom doodgeslagen. Vond het jammer dat op één herdenkingsmonument na waar vele schedels opgestapeld liggen er eigenlijk te weinig respect wordt getoond. Vond het maar een beetje een rommeltje.

Indrukwekkender was het bij S-21, een voormalig schoolgebouw dat tijdens het Pol Pot regime werd gebruikt voor het verhoor en een tijdelijke gevangenschap. De verhoringen waren zo barbaars dat door het vele martelen iedereen wel iets bekende dat ze wilden horen. Bijna alles was nog te zien in de originele staat. Zo konden we de martelaarskamer nog zien en het geronnen bloed zat nog op de muren en op de grondtegels. In de klaslokalen waren kleine kamertjes gemetseld of met hout getimmerd. Omdat het nu nog maar zo kort geleden is, zijn al die bouwmaterialen dezelfde die wij ook gebruiken, dat maakt het nog killer, omdat je dan echt realiseert dat het zo kort geleden gebeurd is. Als beesten werden ze daar gehouden en schandalig gemarteld. De buitengang van het bovengebouw was afgegaasd met prikkeldraad om te voorkomen dat de gevangenen zelfmoord zouden plegen door er van af te springen. Op de muren kon je nog tekeningetjes zien die de gevangen gemaakt hadden en met het jaartal 1976-1979.

Tussen de twee en drie miljoen mensen werden in drie jaar vermoord, families uit elkaar gehaald en wantrouwen was overal. De intellectuelen en geschoolden werden sowieso allemaal vermoord. Dat bemoeilijkte de wederopbouw, dus nog meer omdat alle kennis verloren was gegaan. Voor de oorlog spraken velen nog Frans, deze taal is dus hier verloren gegaan. Na de oorlog dachten ze dat het beter was om over te gaan in het Engels.

Nu swingt Phnom Penh weer, raar om te realiseren dat het tijdens de oorlog het geheel verlaten was en dat alle belangrijke gebouwen kapot waren gemaakt. Tijdens ons verblijf was er ook een groots feest. De koning van Cambodja, in de volksmond hier ook wel bekend als de gay King, omdat hij niet getrouwd is, vierde zijn verjaardag. Vuurwerk en de fonteinen waren gekleurd. Deze kleurden meer dan de gemiddelde vrouw hier. De mode is nu dat hoe witter de huid is, hoe mooier ze het vinden. Dus ze lopen ze met parapluutjes boven hun hoofd om het af te schermen voor de zon. De cosmeticaproducten met daarin witmakende stoffen zijn niet aan te slepen en ze zitten vele uren in beautysalons om maar zo wit mogelijk te worden.

Geef mij maar een leuke bruine kleur.

Tot zover,

Groetjes
Wilfred

Voor foto’s; check de link: https://picasaweb.google.com/freewillieafrika/Heftig#

  • 18 Mei 2011 - 09:28

    Goldie:

    Nummero Uno

  • 18 Mei 2011 - 09:33

    Döp:

    alweer Bug?! ;-)
    2T en andere vj......a.s. zaterdag walkin! :-)

  • 18 Mei 2011 - 10:25

    Wilma:

    TE lang verhaal...haha... eerst maar weer eens even werken hiero...

  • 18 Mei 2011 - 10:31

    Henkie:

    Jaloerrrsss...

  • 18 Mei 2011 - 11:49

    Vlien:

    idd lang verhaal bewaar het tot vanavond in mijn bed lekker lezen! ;)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Cambodja, Phnom-Penh

Mijn eerste reis

Mijn mailadres is: freewillieafrika@hotmail.com

Recente Reisverslagen:

28 Maart 2016

"I'm in a New York state of mind"

02 Maart 2016

Puzzelstuk

26 Januari 2016

Sunshine State

31 December 2015

Kerk in, kerk uit.

20 December 2015

Plan B
Free Willie

Mijn mailadres is: freewillieafrika@gmail.com

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 493
Totaal aantal bezoekers 479543

Voorgaande reizen:

08 November 2005 - 08 November 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: