My Name is Bond, James Bond - Reisverslag uit Jaisalmer, India van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu My Name is Bond, James Bond - Reisverslag uit Jaisalmer, India van Free Willie Pluijm - WaarBenJij.nu

My Name is Bond, James Bond

Door: Free Willie

Blijf op de hoogte en volg Free Willie

27 Januari 2011 | India, Jaisalmer

Hallo allemaal,

Nu in de woestijn dicht bij de Pakistaanse grens. We maken ons op voor een kamelenrit door zand, rots en leegte. Als we niet uitdrogen, lees je de volgende keer dan wel hoe dat is bevallen.

Voordat we hier aankwamen hebben we nog een paar andere dingetjes gedaan.

Om het drukke Mumbai te ontsnappen gingen we met de trein naar Matheran. Dit is een dorpje in de heuvels in de buurt van Mumbai. Dan denk je dat je in de buurt zit, maar die treinen gaan zo verdomd traag dat het nog een eeuwigheid duurt voordat je er bent. Wel mooi in die treinen hier is dat de deuren altijd open blijven, zijn van die dubbele deuren die wij ook altijd hadden in de hondenkop, genoeg ruimte om naar buiten te hangen en kijken dus. Ze mogen hier trouwens nog wel even leren hoe je normaal instapt; de trein stopt, de mensen die op het perron staan te wachten bedenken zich geen moment en wurmen zich naar binnen. De mensen die uit willen stappen doen hetzelfde maar dan in omgekeerde richting. Sta je iets te ver van de uitgang, vergeet het dan maar en je komt er nooit meer uit.

Om in Matheran te komen moesten we overstappen op een klein treintje. De kaartjes waren al verkocht dus we hadden pech. Iets later kwamen we erachter dat er nog precies twee kaartjes in de eerste klas beschikbaar waren. Je betaalt tien keer zoveel en eigenlijk heb je het niets beter, maar we konden wel naar boven. Deze trein staat bekend als de ‘Toy train’, nou, dat klopt ook wel want dat ding gaat nog trager dan traag. Al tjoekend zoekt dat ding zijn weg omhoog, wij werden zelfs nog ingehaald door vlinders.

Bij wegovergangen stapte de conducteur voorin de trein uit en met zijn vlaggetje hield hij die ene auto tegen die eraan kwam. Bij het wegrijden stapt hij weer in de laatste wagon. Ach ja, wie zegt dat er haast is. Na twee uur van bijna stilstand kwamen we aan in dit cowboystadje. Hier geen auto’s en scooters, alleen maar de trouwe viervoeter als vervoermiddel. De huizen en struiken zien rood van het stof, je waant je in een oude westernfilm. Het zou moeilijk zijn om accommodatie te vinden. Hotels dienen een licentie te hebben om buitenlanders te herbergen, dit vanwege de veiligheid? Natuurlijk vonden we nog wel een plek om te slapen ook al was de matras van een dikte als van karton.

Het straatbeeld werd bepaald door de vele honden die overal lagen, de al genoemde paarden en overal aapjes. Ze lijken zo leuk maar als je ook maar even buiten aan het eten bent, berg je dan maar, want ze gaan er vol voor. Toch een steen oprapen of net doen als je met een katapult gaat schieten doet wonderen. Dit plaatsje wordt bezocht door veel lokalen die een romantisch dagje willen. Op straat koop je drank, mixdrankjes van ijs en met ouderwetse gokspelletjes kun je je geluk beproeven. Een reuzenrad draait zijn rondjes, hier zit geen motor aan, twee mannetjes lopen in het midden, net zoals een hamster in een rad en laten de mensen rondjes draaien.

Natuurlijk wilden we ook een ritje maken. Met een knakker die ons wel geschikt leek gingen we een ochtend rit maken. Om zes uur stonden we in het donker klaar. Het scheelt dat de paarden het rondje wel vaker hebben gelopen want in het begin zag je geen hand voor ogen. Veel stap en draf (lees: stuiter) zo gingen we door het mooie landschap. Omhoog en omlaag, vele uitzichtpunten en apen kwamen op ons netvlies te staan. Gelukkig ook nog een paar keer galop, dat vind ik toch wel iets makkelijker dan dat drafgestuiter. Marylou was helemaal in haar element, ik kreeg een gratis waxbehandeling van mijn paard en schuurplekken als extraatje erbij. Mooie tocht en genoten.

Het werd tijd om weer te vertrekken. Voor de trein hadden we vooraf geen kaartje gekocht. We gokten erop dat we wel een kaartje konden bemachtigen. Een aardige perronopzichter hielp ons verder en een kaartje kopen was geen probleem. Het eerste stuk reisde hij nog met ons mee en hij hielp ons waar we treinen moesten verwisselen. Hij vertelde er ons niet bij dat het kaartje dat wij gekocht hadden voor de tweede klas was. Tweede klas is het goedkoopste kaartje dat je kunt krijgen, het zit echt propjevol. Mensen staan en liggen in de gangen naast de banken, balkon is gevuld met mensen en bagage. Op de banken daar zitten zo’n stuk of zeven mensen naast elkaar en iets hoger hebben ze nog een rek gemaakt, daar zit je dus ook op. Schoentjes uit en je mag ze niet laten wiebelen want dan druk je je voeten in het gezicht van de mensen onder je. De eerste paar uur stonden/hingen we op het balkon. Geen flauw idee waar we waren, niemand sprak Engels. Bij elk perronnetje kun je thee of Samosa’s (mix van aardappel en groente gebakken in olie) kopen. Als je dan op het balkon staat is het dus bij elke stop weer een gevecht om je plaatsje te bemachtigen (beetje Spitax discobus idee). De laatste paar uur hadden we het geluk dat we op het bovenste rek konden zitten.

Niet raar staan te kijken of je door tientallen een paar uur aangestaard wordt. Ze blijven kijken zonder enig blijk van verstandhouding of blik van herkenning. Moet je wel even tegen kunnen. Laat in de avond kwamen we er met handen en voeten achter dat we moesten uitstappen. Het was donker in de trein en om bij de uitgang te komen stonden we echt letterlijk op de mensen die in het gangpad liepen te slapen. Hier was helemaal geen perron, met een sprong stond je op het grind en succes maar weer. Beetje klauteren en we kwamen weer aan in de bewoonde wereld.

Daar geen toeristen. Engels, vergeet het maar. Menukaart komt in Hindi en de ober vraagt of je al een keuze hebt kunnen maken. Gelukkig een Thali (net zoiets als de Dhal baat in Nepal) is gelukkig makkelijk besteld.

De dag later waren we natuurlijk één grote attractie. Blijft toch wel apart hoor om dat mee te maken; mensen die langslopen, zich vol verbazing omdraaien, verder lopen, weer omdraaien, gaan met elkaar praten, hebben dan genoeg moed verzameld, lopen dan terug en beginnen met de welbekende vragen. Niet hopen dat ze ook nog foto’s willen maken, want dan sta je er nog een lange tijd want eerst natuurlijk een groepsfoto, dan in tweetallen en aan het eind willen ze foto’s waar je alleen op staat. Wat ze er mee moeten? Ik heb geen flauw idee, apart is het wel. Leukste vond ik toch wel een busje vol middelbare jongens die ons tegemoet komen rijden en al rijdend al roepen dat ze graag een foto willen. De auto wordt gekeerd en negen mannetjes staan een beetje zenuwachtig voor ons te dralen voordat ze eindelijk aan de beurt zijn om die foto van hun leven te maken. : )

In Mandu kwamen we aan na een lange tijd in een overvolle bus te hebben gezeten. Gelukkig wordt er voor een buitenlander al snel een plaatsje gemaakt, sowieso zitten er op elke tweepersoonsbank dan wel drie mensen en de mensen die mogen staan die hangen er dan letterlijk bij. Aangezien we bij de ingang zaten, stelden we steeds voor om de tassen aan te pakken van de mensen die binnenkwamen anders was het voor die mensen onmogelijk om binnen te komen. Ik eindigde dus met vijf tassen op mijn schoot. Een man hing buiten de deur en nog net binnen hield hij zijn baby. Marylou nam die later dus maar op schoot, bedoel de baby natuurlijk! Vind het hier wel bijzonder om te zien hoe de vrouwen met hun kinderen reizen. Zes uur in een overvolle bus, kindjes die bijna plat worden gedrukt, maar geen enkele krimp en ze zitten hun tijd uit zonder gejank of gezeur.

Mandu ligt op een plateau in de heuvels en het was eigenlijk één groot levend museum, de omgeving was letterlijk bezaaid met ruines van tempels, paleizen en moskeeën. Daar groeit als één van de weinige plekken in India de Baobab boom, dat is die joekel van een boom die lijkt met de wortels in de lucht te groeien.

Die dagen werd er natuurlijk weer niet naar school gegaan. Er was weer een festival aan de gang, de langste dag van het jaar wordt gevierd. De kinderen gaan met zelfgemaakte vliegers op pad. Toch kunstig hoe je met een beetje bamboe en wat oud verpakkingsplastic zoiets moois kunt maken. Je hebt er ook een competitie van; zo gaat het om de hoogste in de lucht maar er is ook een competitie dat je je ‘tegenstander’ neer moet halen. Met een scheermesje aan je lijn val je de andere vlieger aan. Met een beetje handigheid snij je dus de lijn door. Nu moet je de vlieger ook weer vangen waarom dat is weet ik eigenlijk niet zo goed.

Udaipur is een plaats die je natuurlijk moet aandoen. Dit is een plaats aan een kunstmatig meer omgeven met vele paleizen en kastelen. Liefhebbers van James Bond zullen het hier prachtig vinden want ooit (in de tijd van Roger Moore) werd hier grotendeels Octopussy opgenomen. Het sfeertje dat wordt uitgeademd is warm en bijzonder.

Uitkijkend vanuit de vele dakterrassen over het meer en naar de prachtige paleizen waan je je al snel alsof je in de 007-film bent beland. Het meer heeft twee eilandjes waar je luxe kunt dineren. Die kans moesten we natuurlijk niet laten lopen. ‘Sjiek de friemel’ en een super ambiance. Ik nam een stuk Indische schaap, het vlees was mals, maar zo ongelooflijk gekruid, brand letterlijk de mond uit. Gelukkig was er cola in overvloed. Onze buiken waren die dag (en de dagen erna) niet zo in topvorm zodat we helemaal niet zo veel konden eten. Om dit te compenseren liepen we naar buiten met twee toiletrollen in onze tas. De rekening stond op ‘Mister Will’. Met het bootje werden we weer naar het vaste land gebracht waar we weer onder het ‘normale’ volk moesten begeven. Is wel weer even wennen : )

In het plaatsje gingen we ook nog een avondje op kookcursus. Nu weten we precies hoe een Indische chai tea, een chapati of een curry moeten maken. Niet teveel voorstellen van de cursus, het was meer hier en daar roeren en zeer aandachtig luisteren naar haar Engels. Ze was behoorlijk bazig, maar ook wel weer leuk. ‘You wash hands’ en ‘you must stir’: vooral verzoekjes zonder vraagteken erin.

In Jodphur hebben we weinig gedaan, onze buiken moesten herstellen. Vanuit het dakterras aanschouwden we de stad. Het oude gedeelte van de stad is echt letterlijk blauw. Alle huizen zijn zowel van binnen als van buiten blauw geschilderd. Ze dachten vroeger dat het hielp tegen de muggen. Nou, muggen genoeg daar. Vanuit het dakterras keken we uit op het paleis dat bovenop de rots was geplaatst. Vooral in de ochtend wanneer de zon er vanachter op scheen, was het moeilijk te ontdekken waar de rots ophield en het kasteel begon. Mooie en bijzondere plek.

Straks dus op de kameel. Als mijn benen maar minder pijn gaan doen als laatst van het paardrijden. Maar ben er bang voor.

Tot zover,

Voor foto’s, zie:http://picasaweb.google.com/freewillieafrika/MyNameIsBondJamesBond#

Groeten,
Free Willie

  • 27 Januari 2011 - 14:02

    Ja Ja, De Iceman:

    Uno!!

  • 27 Januari 2011 - 14:03

    Bakketi:

    Zwei

  • 27 Januari 2011 - 14:09

    Iceman:

    Nu nog dat hele verhaal door...

  • 27 Januari 2011 - 14:30

    Iceman:

    Ik weet het niet met die Walk-inn op locatie hoor...

  • 28 Januari 2011 - 13:34

    Hull:

    Wil, wil, wil

    Mooi verhaal + pics!
    Lekker temperatuurtje ook..
    Je bent trouwens 'vergeten' een opvolger aan te wijzen voor de feestcommissie, niemand die het initiatief heeft genomen om het stokje over te nemen!

    Groeten Robbert

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, Jaisalmer

Mijn eerste reis

Mijn mailadres is: freewillieafrika@hotmail.com

Recente Reisverslagen:

28 Maart 2016

"I'm in a New York state of mind"

02 Maart 2016

Puzzelstuk

26 Januari 2016

Sunshine State

31 December 2015

Kerk in, kerk uit.

20 December 2015

Plan B
Free Willie

Mijn mailadres is: freewillieafrika@gmail.com

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 442
Totaal aantal bezoekers 479546

Voorgaande reizen:

08 November 2005 - 08 November 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: